Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Wedstrijd (SGW)

Uit Bokt
(Doorverwezen vanaf SGW Wedstrijd)

Een SGW wedstrijd bestaat uit drie onderdelen, dressuur, springen en een crosscountry die door dezelfde combinatie van ruiter en paard/pony moeten worden afgelegd. De combinatie met de minste strafpunten over deze drie onderdelen wint.

Kalender

De sgw wedstrijdkalender wordt meestal aan het eind van het jaar of uiterlijk in januari bekend gemaakt. Deze kun je vinden op[1] onder het kopje kalender.

Klasses

Zie Klasse (SGW)

Winst- en verliespunten

Winstpunten in de sgw worden sinds 1 maart 2009 bepaald door je resultaten in alle disciplines. Om voor winstpunten in aanmerking te komen moet je in de dressuur tenminste 55% scoren (dwz 165 punten of meer in de klasse B t/m M en , wat in beide gevallen neerkomt op maximaal 67.5 strafpunten), en maximaal twaalf strafpunten in het springen behalen, exclusief strafpunten voor tijdsoverschrijding. In het B geldt als bijkomende eis dat je een voldoende (>= 6) voor de stijl in de cross hebt gekregen.

Als je aan alle bovenstaande eisen hebt voldaan, krijg je voor een foutloze cross 2 winstpunten. Met maximaal 1 weigering heb je nog 1 winstpunt. Tijdfouten tellen niet mee. Voor verliespunten geldt dat alleen de cross daarvoor telt. Bij uitsluiting krijg je twee verliespunten, tenzij je vrijwillig het parcours verlaat. Ook bij uitsluiting door kreupelheid die is vastgesteld door de dierenarts krijg je geen verliespunten.

Promotie en degradatie

Promotie

Paarden

Promotie van B naar L is toegestaan bij het behalen van vier winstpunten en verplicht bij het behalen van veertig winstpunten. Promotie van de klasse L naar de klasse M en van de klasse M naar de klasse Z is toegestaan na het behalen van tien winstpunten en verplicht na het behalen van veertig winstpunten. Vanaf het wedstrijdniveau 1* geldt de promotieregeling van de FEI.

Pony's

In alle klassen mag je promoveren naar de volgende klasse als je vier winstpunten hebt gehaald. Bij veertig winstpunten ben je verplicht te promoveren naar de opvolgende klasse.

Degradatie

Als je verliespunten hebt gehaald, worden die afgetrokken van de al behaalde winstpunten. Als je geen winstpunten meer over hebt, wordt je saldo negatief. Bij een stand van -6 moet je degraderen naar de klasse eronder. Het reglement is er niet helemaal duidelijk over of je ook moet degraderen naar het B.

Versnelde promotie

In de inschalingtabellen kun je zien in welke klasse je mag beginnen met een bepaald paard/pony. Soms heb je de keuze tussen twee klassen, zo mag je als je L springen bij de paarden bent, kiezen tussen B of L sgw. In dat geval mag je altijd promoveren naar de hoogste klasse die je had mogen starten, ook al heb je nog niet het vereiste aantal winstpunten gehaald. Dat staat bekend als versnelde promotie. Verder zijn er mogelijkheden voor versnelde promotie voor hoger geklasseerde ruiters:

- Voor een 3-sterren ruiter geldt, dat men van de klasse M naar de klasse Z mag promoveren bij een stand van klasse M+2.

- Voor een 1- of 2-sterren ruiter geldt, dat men van de klasse M naar de klasse Z mag promoveren bij een stand van klasse M+6.

Onder een 3-sterren ruiter wordt verstaan een ruiter, die in de afgelopen 3 jaar op dit niveau een qualifying result heeft behaald volgens het FEI-reglement. Hier bestaan uitzonderingen op die worden beschreven in het FEI-reglement. Onder een 1- of 2-sterren ruiter wordt verstaan een ruiter die op dit niveau een qualifying result heeft behaald ongeacht de verstreken termijn.

Voorbereiding

Inschrijven

Inschrijven voor een sgw gaat op dezelfde manier als voor een spring- of dressuurwedstrijd. Je meld je via de website van de KNHS aan bij het secretariaat met ingevuld de datum, plaats en klasse. Het adres van het secretariaat kun je vinden in de Paard & Sport, op de website van de vereniging, op http://www.eventingsport.com en/of op http://www.wedstrijdplatform.nl . Het is wel aan te raden om zeer op tijd in te schrijven, crossen wordt steeds populairder en zeker het B en L zit al snel vol. Soms moet het inschrijfgeld vooraf al worden overgemaakt, andere keren betaal je op de dag zelf bij het wedstrijdsecretariaat.

Wat neem je mee?

Je zult verbaasd zijn hoeveel je nodig hebt voor een cross. Naast alles wat je gebruikt voor de dressuur komt er nog je crossuitrusting voor jezelf en je paard bij, en daarnaast nog alles voor de verzorging van je paard. Je bent uiteindelijk een lange dag van huis en het is hard werken voor jou en je paard, dus het is aan te raden om goed voor je paard en jezelf te zorgen. Kort samengevat heb je het volgende bij je:

Dit is natuurlijk een zeer beknopte lijst. Hier [2] kun je een - zeer uitgebreide lijst - bekijken, die je mogelijk op ideeën brengt. Een handige tip is om je spullen in aparte kratjes te doen, zodat je ze makkelijk kunt terug vinden. Een grote gereedschapskist is daar erg geschikt voor.

De week ervoor

De week voor een cross verloopt in feite hetzelfde als voor iedere andere wedstrijd. Iedereen heeft daar zo zijn eigen routine voor, het is alleen niet aan te raden om de laatste dagen voor de wedstrijd enorm zware trainingen in te plannen. Uiteindelijk wil je je paard toch fit aan de start hebben en niet al moe van alle voorbereidingen. Uiteraard zorg je dat je paard er netjes uitziet, schoon en met ingevlochten manen, en dat geldt natuurlijk ook voor jezelf en je harnachement.

Het is aan te raden om op tijd al je spullen in te pakken; mocht je dan nog iets missen, dan is er nog voldoende tijd om dat op te lossen. Vaak is het handig om een afstreeplijstje te gebruiken, zodat je zeker alles bij je hebt.

Kijk na op de site van de vereniging of op www.startlijsten.nl op welke tijd je moet starten en hoe je op het wedstrijdterrein komt. Je weet dan hoe laat je moet vertrekken om op tijd te zijn. Het is voor iedereen verschillend hoeveel tijd hij nodig heeft voor opzadelen en losrijden maar vergeet niet om rekening te houden met het melden op het secretariaat en wat reserve voor onvoorziene omstandigheden.

Zorg ook dat je het nummer van het secretariaat meeneemt onderweg naar de wedstrijd. Dan kun je bellen als je onverhoopt in een file komt en zo te laat dreigt te komen. Meestal schuiven ze je dan een paar tijdstippen op en zit je niet op hete kolen in de auto.

Ga verder niet al te laat naar bed, een crossdag is vermoeiend!

En misschien wel het belangrijkste, zorg dat er iemand met je meegaat op wie je kunt vertrouwen. Zeker de eerste crossen zijn spannend, mentale steun en wat hulp bij het zorgen voor je paard is dan zeer welkom.

De dag zelf

Zorg dat je paard op tijd gevoerd is, zodat hij zijn eten kan verteren voordat hij aan het werk moet.

Vertrek op tijd en meld je bij aankomst bij het wedstrijdsecretariaat. Je krijgt dan je startnummers, en vaak ook informatie over de cross zoals de lengte, optimale tijd en aantal hindernissen. Dat verschilt per klasse dus let goed op.

Dressuur

Meestal is de dressuur op dezelfde dag als het springen en de cross maar soms, als het bijvoorbeeld erg druk is, kan het zijn dat je de dag ervoor al moet starten. Zoals hiervoor al is gezegd, rijden alle crossers in een bepaalde klasse dezelfde proef. Je kunt voorin in het dressuurboekje nakijken welke proef er in iedere maand gereden wordt. Sinds 1 april 2006 zijn dat de gewone dressuurproeven (B sgw = B dressuur, L = L1, M = L2, vanaf het Z worden de internationale proeven gereden), maar de beoordeling ervan is iets anders dan in de dressuurwedstrijden. Dat komt omdat de eisen aan een sgw proef wat anders zijn dan bij de gewone dressuur. Verzameling is bijvoorbeeld niet strikt noodzakelijk. In de instructie voor sgw dressuurjury’s staat het als volgt: "Een S.G.W. paard dat aan de teugel is, zich in evenwicht en regelmatig in de drie gangen met hun onderscheiden tempi beweegt en zonder spanningen overgangen kan maken, zou cijfers van 7 en daarboven moeten krijgen." Over het geheel genomen zijn de punten bij een sgw proef dan ook hoger dan bij een gewone dressuurproef.

Ook moet de jury duidelijker onderscheid maken in de onderlinge verschillen tussen de combinaties, omdat die verschillen later kunnen worden goedgemaakt in het springen en de cross. Iemand die veel beter is dan de rest zal dan ook veel meer punten krijgen, wat hij/zij als voorsprong in de rest van de wedstrijd meekrijgt.

Wat harnachement betreft gelden dezelfde eisen als in de dressuur, al mag je wel met een voortuig starten. De enige uitzondering is de klasse M waarin je in de dressuurproef met een zweep mag starten.

Je moet in de dressuur tenminste een 4,5 gemiddeld halen (t/m het M is dat 135 punten) om te mogen starten in de cross.

[3]

Cross verkennen

Het verkennen van de cross is heel erg belangrijk. Tijdens het lopen kun je namelijk je voorbereiden op hoe je straks de cross gaat rijden. Let goed op welke hindernissen je moet springen, hoe de route voor jouw klasse loopt en waar je eventueel problemen kunt verwachten. Zeker de eerste keren is het aan te raden om samen met een ervaren crosser te verkennen, zodat je tips krijgt en al je vragen kunt stellen. Je eigen instructeur is natuurlijk ideaal maar een kennis met ervaring of gewoon andere deelnemers zijn ook vrijwel altijd bereid om je te helpen.

Route informatie

Informatie vooraf

Voordat je de cross gaat verkennen, heb je vaak al een heleboel informatie. Als de vereniging een website heeft, staan er meestal al foto's op van de hindernissen en vaak ook de route. Ook bij het aanmelden bij het secretariaat krijg je vaak een plattegrond en een overzicht van de hindernissen.

Verschillende hindernissen 1
Dezelfde hindernis voor voor meerdere klassen
Tussen de rode en witte vlag

De hindernissen

Vlaggen en nummers

Het soort hindernissen dat je kunt tegenkomen, is al beschreven in SGW Training. In de cross is het vooral belangrijk dat je let op welke hindernis je moet springen en hoe de route loopt. Omdat er op een dag meestal meerdere klassen worden verreden krijgen de hindernissen verschillende nummers. Om deze uit elkaar te kunnen houden, heeft iedere klasse zijn eigen kleur bordjes:

B pony's: geel

L pony's / B paarden: groen

M pony's / L paarden: blauw

Z pony's / M paarden: rood

Z paarden: zwart

Soms worden de hindernissen verhoogd of verlaagd, maar het kan ook zijn dat de vlaggen (rood/wit net als met springen) anders worden geplaatst of zelfs dat je een volledig andere hindernis moet springen. Tijdens het verkennen is er altijd een beschrijving bij de hindernis waarin staat wat er verandert voor een andere klasse. Zo kun je dus lezen (hindernis staat gebouwd voor het Z paarden)

Z pony's / M paarden: 10 cm lager

M pony's / L paarden: 20 cm lager

of Z pony's / M paarden: rode vlag 3 meter naar rechts

M pony's / L paarden: rode vlag 6 meter naar rechts


Als je de hindernis van een andere klasse springt, ben je uitgesloten!

Net als met springen moet je altijd tussen de rode en witte vlag door, waarbij je de rode vlag rechts houdt.


Snelle route
1e helft alternatief

Alternatieven

Het kan ook zijn dat je een rode en witte vlag met een schuine zwarte streep erdoor hebt. Dat betekent dat die hindernis een alternatief heeft, vaak omdat het een moeilijke sprong is. Het alternatief rijd je dan via een andere route aan, en kost meestal veel tijd. Bedenk vooraf of je de gewone sprong doet of het alternatief, dat hangt af van je eigen ervaring en die van je paard. Bekijk het alternatief wel altijd, misschien gaat het toch niet zo lekker en is het verstandiger om de makkelijke optie te kiezen.

Routepijlen onderweg
Startbox

Waar moet je verder op letten?

Tijdens het verkennen van de cross zijn nog wat andere dingen belangrijk om op te letten. Kijk goed waar de start en finish liggen, al is dat meestal niet over het hoofd te zien. Verder kunnen er in de cross verplichte doorgangen voorkomen, die zijn aangegeven met een rode en een witte vlag en je moet ze dus hetzelfde passeren als een hindernis. Doe je dat niet, dan word je uitgesloten! Je kunt er alleen geen weigeringen op krijgen. Verder zul je regelmatig splitsingen tegen komen, waarbij bijvoorbeeld alleen het Z paarden rechtsaf moet, en de andere klassen links. Zorg dat je ook die punten goed kent. Als laatste zie je bij sommige crossen ook borden met afstanden staan, dat is een hulp voor de ruiter om te zien of je nog op je tijdschema zit. Zeker in het begin zul je je hier nog niet druk over hoeven maken.

Springen

Het springparcours verloopt niet anders dan een gewoon springparcours. Let erop dat je op tijd parcours verkent, tussendoor is vaak lastig. Als je wordt uitgesloten met springen of meer dan 20 strafpunten (exclusief tijdfouten) haalt, mag je niet meer starten in de cross; de jury zal je daar dan ook op wijzen. Je mag het parcours rijden in je crosstenue; dat is ook aan te raden omdat je meestal maar twintig minuten hebt tussen het springen en de start van de cross en in die tijd moet je ook naar de dierenarts.

Strafpunten springen

a) Hindernis omverwerpen tijdens de sprong 4 strafpunten

b) Eerste ongehoorzaamheid 4 strafpunten

c) Tweede ongehoorzaamheid 8 strafpunten

d) Derde ongehoorzaamheid uitsluiting

e) val van ruiter en/of paard uitsluiting

f) Overschrijden van de tijd 1 strafpunt per seconde

Veterinaire keuring

Een ruiter die haar paard op adem stapt

Na het springen en even op adem stappen meld je je bij de dierenarts. Hier wordt de hartslag en soms ademhaling gecontroleerd en je moet je paard voordraven over een hard pad, waarbij gekeken wordt of hij niet onregelmatig is. Als alles in orde is, kun je naar de start van de cross. Na de cross heb je 10 minuten de tijd om je paard op adem te stappen, en dan moet je je opnieuw melden bij de dierenarts. er wordt dan opnieuw hartslag, ademhaling en beweging gecontroleerd en pas als alles goed is, telt het resultaat van de cross. Mocht de hartslag of ademhaling te hoog zijn of is je paard niet helemaal regelmatig, dan moet je na 20 minuten terug komen; is het dan nog steeds niet goed, word je [[1]]. Dat levert geen verliespunten op, maar je komt niet meer in het klassement.

[4]

De cross

Voor de start

Een start van een cross

Na de keuring controleer je voor de zekerheid nog even of al je tuig in orde is en of je stopwatch (als je die gebruikt) goed is ingesteld. Het is vaak handig om iets meer dan de toegestane tijd te kiezen (bijvoorbeeld 10 seconden of 2 minuten extra) zodat je niet terwijl je vertrekt nog je stopwatch moet starten. Bij de start staan altijd wat oefenhindernissen, veel springen is zeker niet nodig maar het kan prettig zijn om een keer een hindernis uit een hoger tempo te springen, zodat ook je paard weet dat het geen springparcours meer is. Stap verder rustig wat rond en houd de starter in de gaten. Als de combinatie voor je is vertrokken, kun je alvast een keer door de startbox stappen. Als je paard rustig is, kun je ook gewoon in de startbox blijven staan, maar niet ieder paard heeft daar nog de rust voor. Je kunt dan beter wat blijven stappen. De starter geeft aan hoeveel tijd er nog is voor de start, zorg dat je bijtijds (maximaal op 5 seconden) de startbox inkomt. Een vliegende start (dus uit galop is niet toegestaan), rustig stappen mag wel. De laatste 5 seconden worden afgeteld en dan geeft de starter het sein voor vertrek.

In de cross

Blijf tussen de hindernissen in een constant tempo rijden
Paard en ruiter nemen een hindernis tijdens een cross

Zorg dat je vlot van start gaat. Sommige paarden blijven erg plakken aan de paarden daar en dat levert problemen op als je bij hindernis 1 komt. Als je paard eenmaal een paar keer gecrosst heeft, gaat het vaak ook makkelijker en kom je al snel in je ritme. Als je dat eenmaal hebt gevonden blijf je mooi verlicht zitten op de lange stukken, pas kort voor de sprong ga je vaak zitten. Let er verder op dat je je bochten zorgvuldig rijdt en natuurlijk moet je ook met voldoende controle naar de hindernissen rijden. Je kunt beter bijtijds je tempo wat terug brengen dan veel te hard aanrijden op een sprong, wat tot weigeringen of erger kan leiden. Verder probeer je een constant tempo te rijden, waarbij je uiteraard rekening houdt met hoe je paard aanvoelt. Lijkt die moe te worden, dan ga je rustiger rijden en mogelijk zelfs stop je helemaal. Doorrijden met een vermoeid paard is onverantwoord en bijzonder oneerlijk. Voor het rijden van de hindernissen zelf kun je het beste de raad van je trainer opvolgen, het is alleen wel belangrijk dat je met overtuiging rijdt. Als jij gaat twijfelen, heb je grote kans dat je paard stopt. Als je met stopwatch rijdt, kun je onderweg even kijken hoe het met de tijd staat, kies daar een punt voor dat niet net voor een hindernis is. Na de laatste hindernis ben je verplicht om in een rechte lijn naar de finish te galopperen, afwijken daarvan of draven levert 4 strafpunten op. Mocht je dus te snel hebben gereden, dan kun je dat beter voor de laatste hindernis wat corrigeren door rustig te rijden. Mocht je onderweg worden ingehaald, zorg dan dat de achteropkomende ruiter voldoende ruimte heeft om te passeren. Je moet daarna op tenminste 30 meter afstand blijven, anders kun je uitgesloten worden. Het kan ook zijn dat je tijdens de cross wordt gestopt door een hindernisrechter omdat er verderop problemen optreden. Stap dan rustig rond tot je het sein krijgt om weer te vertrekken.

Rol van de hindernisrechters

Bij iedere hindernis zijn er één of meerdere mensen die als hindernisrechter optreden en zij hebben een belangrijke rol in de cross. Hun taken zijn:

  • zorgen dat er geen mensen in de weg lopen bij een hindernis. Dit geldt zowel voor toeschouwers als voor andere ruiters. Ze fluiten als er een deelnemer aankomt zodat de sprong wordt vrijgemaakt.
  • registreren van de prestatie van de deelnemer. Ze beoordelen of de hindernis goed is gesprongen, en ze geven het resultaat door aan de centrale post.
  • ingrijpen bij problemen: bij een val of als een combinatie anderszins in moeilijkheden is, is de hindernisrechter verantwoordelijk voor het inroepen van hulp.


In[5] staan de instructies voor de hindernisrechter, dit is ook als ruiter erg zinvol om eens door te lezen.

Weigering

Je kunt op diverse manieren een weigering krijgen in de cross. Als je paard stopt of langs de sprong loopt, telt dit als een weigering, en als je tussen twee onderdelen van een sprong je eigen lijn kruist geldt dit ook.

Detailinformatie en voorbeelden hiervan kun je vinden in de Instructie Hindernisrechters en in het sgw reglement. Na een weigering moet je altijd de hindernis goed springen voor je verder mag. Bij een enkelvoudige hindernis (bijvoorbeeld hindernis 10) spring je alleen die hindernis opnieuw; het is niet toegestaan om een andere hindernis die je al gesprongen hebt (bijvoorbeeld hindernis 9) nog een keer springen.

Als de weigering echter plaats vindt in een combinatiehindernis (dus bijvoorbeeld 11b) mag je wel een eerder gesprongen onderdeel (dus 11a) opnieuw springen, maar dat is niet verplicht. Zorg er in alle gevallen voor dat je met overtuiging rijdt en sluit je paard goed op tussen hand en been zodat hij ook geen kans krijgt om uit te breken.

In het B/Z zijn strafpunten voor een weigering als volgt:

1e weigering, uitbreken, volte: 20 strafpunten

2e idem op dezelfde hindernis: 40 strafpunten

3e idem op dezelfde hindernis: uitsluiting

4 weigeringen totaal: uitsluiting


Val

Loslopend paard na een val van de ruiter
Als alles goed gegaan is...

Uit veiligheidsoverwegingen is het sinds 1 maart 2009 niet langer toegestaan om na een val nog door te rijden, vallen leidt nu direct tot uitsluiting.

Uitsluiting

je kunt in de cross om de volgende redenen worden uitgesloten:

  • Derde weigering op dezelfde sprong
  • Vierde weigering totaal
  • Val van ruiter en/of paard
  • Een niet herstelde vergissing in het parcours.
  • Het niet springen van een hindernis of het niet respecteren van een rode of witte vlag in de cross.
  • Het springen van een reeds gesprongen hindernis. (m.u.v. combinaties).
  • Het springen van een hindernis van een andere klasse.
  • Het springen van een hindernis in de verkeerde volgorde.
  • Overschrijding van tijdgrens (op basis van een snelheid van 225 meter per minuut).


Je mag dan de cross niet meer uitrijden en je moet in stap terug naar het hoofdterrein. De veterinaire keuring blijft verplicht! Je bent hiervoor als ruiter ZELF verantwoordelijk; als toch doorrijdt, kun je hiervoor een officiele waarschwing van de KNHS krijgen.

De uitslag

De einduitslag van de rubriek wordt bepaald door het aantal strafpunten dat iedereen heeft gekregen. Dat bestaat dus uit een omgerekende dressuurscore, de strafpunten uit het springen en de strafpunten uit de cross. De combinatie met het minste aantal strafpunten over deze drie onderdelen is de winnaar.

Dressuurpunten berekening

De dressuurstrafpunten wordt als volgt berekend: Het aantal gehaald punten min eventuele strafpunten voor vergissingen (bij meerdere juryleden wordt het gemiddelde genomen) wordt omgerekend naar een percentage. Dit getal wordt afgetrokken van 100 % en vervolgens vermenigvuldigd met 1.5. De uitkomst hiervan is het aantal strafpunten.

Voorbeeld

aantal punten = 212

1 vergissing = -2

maximale score = 300

Het percentage is dan (212-2)/300 * 100 % = 70 %

Het aantal strafpunten is dan 1.5 * (100 - 70) = 45 strafpunten.

Berekeningen worden afgerond op twee decimalen.


Strafpunten springen

Naast de strafpunten die je krijgt voor hindernisfouten (zie onder 'springen' hierboven) kun je ook nog tijdfouten oplopen als je het parcours niet binnen de toegestane tijd hebt afgelegd. Dit is 1 strafpunt per begonnen seconde.

Strafpunten cross

De ideale tijden voor de cross

Naast de strafpunten die je krijgt voor hindernisfouten (zie onder 'weigering' en 'val' hierboven) kun je ook nog tijdfouten oplopen. Anders dan in het springen kan je ook strafpunten krijgen als je te hard hebt gereden:

overschrijding van de optimale tijd: 0.4 strafpunt per begonnen seconde

minder dan twintig seconden sneller dan de optimale tijd: 0 strafpunten!

meer dan twintig seconden sneller dan de optimale tijd: 0.4 strafpunt per (deel van een) seconde

Voorbeeld:

De optimale tijd is 5 minuten en 40 seconden.

Combinatie A finisht in 5.52. Deze is dus 12 seconden te langzaam, wat hem 12 * 0.4 = 4.8 strafpunt oplevert.

Combinatie B finisht in 5.32. Deze is dus 8 seconden te snel. Dit valt binnen de twintig seconden, hij krijgt dus geen strafpunten.

Combinatie C finisht in 5.12. Deze is dus 28 seconden te snel. Dit is meer dan twintig seconden, wat hem 8 * 0.4 = 3.2 strafpunt oplevert.

Protest

De uitslag moet tenminste een half uur voor de prijsuitreiking bekend worden gemaakt, zodat je zelf de resultaten kunt controleren. Het kan zijn dat je het niet eens bent met een beoordeling van een hindernis in de cross, neem dan contact op met het wedstrijdsecretariaat en leg daar uit wat het probleem is. Zij kunnen dan de hindernisrechters vragen om een toelichting en indien nodig zal er contact opgenomen worden met de vertegenwoordiger van de KNHS. Alle details hierover kun je verder in het reglement nalezen.

Ex-aequo regeling

Als er combinaties hetzelfde aantal strafpunten hebben gehaald, wordt er gekeken naar het aantal strafpunten in de cross. Degene met de minste hindernisfouten wordt dan boven de andere(n) geplaatst. Mocht ook dit gelijk zijn, wint degene die het dichtste bij de optimale tijd is geëindigd.

Bronnen, referenties en/of voetnoten

  • Disciplinereglement Eventing, KNHS, 2007