Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Rentraining

Uit Bokt

Om een Engels Volbloed op te leiden tot renpaard, zal hij een rentraining ondergaan. Engelse volbloeden worden vroegrijp geacht, de eerste races vinden plaats met tweejarige paarden. Hierdoor begint de training vroeg. Vaak komen de paarden als jaarling aan op de grote trainingsstallen waar zij door hun grooms worden voorbereid. Ze leren aan halsters te lopen, een zadel en hoofdstel te verdragen en de omgangsnormen. In de winter waarin de paarden twee jaar oud worden, mogen de lichtste en meest ervaren rijders de tweejarigen laten wennen aan hun nieuwe leven: dat onder de man. Veel toprenpaarden bleken in deze fase niet de makkelijkste dieren. Zo heeft Man O'War zijn strijd tegen het zadel nooit helemaal opgegeven en was hij in het begin zelfs onberijdbaar, totdat een ervaren trainer het paard op z'n gemak had gesteld. Doorgaans pikken Volbloeden ruw en onrespectvol gedrag niet, ook niet als ze slechts twee jaar oud zijn.

In het voorjaar worden de tweejarigen voorzichtig voorbereid op hun werk. Ze worden in kleine groepjes uitgereden en het werk wordt voorzichtig uitgebreid. Eerst alleen stappen, dan een klein drafje en een rustige galop. In dit stadium van de training wordt er nooit snelheid gevraagd. De paarden moeten leren om in evenwicht en rust onder de ruiter te blijven. Pas wanneer een tweejarige klaar is om aan zijn eerste ren mee te doen, worden de startboxen geoefend en wordt er iets van snelheid gevraagd.

Veelbelovende tweejarigen doen mee aan Futurity-rennen, vaak zijn belangrijke tweejarigenraces in de herfst om de dieren zoveel mogelijk tijd te geven zich te ontwikkelen. Veel paarden die als tweejarige de sterren van de hemel liepen, keren niet op dat niveau terug als driejarige. De belangrijkste rennen in de rensport zijn dan ook eigenlijk de klassieke rennen die alleen openstaan voor driejarige paarden.

Er zijn trainers en eigenaren die niet geloven in het laten rennen van tweejarigen en zij bereiden hun paarden dan ook liever voor op de klassieke races. Rust en ontspanning zijn eigenlijk altijd de sleutel voor het trainen van renpaarden. Niet elke dag wordt snelheid gevraagd, eigenlijk maar een enkele keer, behalve dan in de race. De paarden moeten vooral leren om in balans te galopperen en zich te sparen, dat wil zeggen dat een paard niet als een dolle locomotief over de baan moet gaan, maar moet luisteren naar de jockey. Zo kan de jockey het paard positie laten kiezen en zoveel mogelijk kracht, snelheid en uithoudingsvermogen sparen voor het laatste rechte eind. Heel veel paarden met een hoge beginsnelheid houden dat eenvoudig weg niet vol en lopen zich dood op het laatste stuk, waarna de rest van het veld ze met gemak inhaalt. Uitzondering hierop zijn natuurlijk de echte grote toppers die van kop af kunnen winnen of zelfs het veld met lengten achter zich laten, zoals de grote Secretariat, Man O'War en onlangs de zege van Moon Ballad in de Dubai World Cup 2003.

Uiteindelijk komt het trainen van renpaarden neer op luisteren naar het paard. Het karakter en de motivatie van het paard zo goed mogelijk stimuleren door de juiste manier van rijden uit te vinden, de juiste afstanden, de juiste banen, de juiste bodem en de juiste berijders en jockey. Te snel te hard willen kan een paard helemaal kapotmaken, te weinig werk kan een paard ongemotiveerd en unhappy maken. Het paard moet op de juiste dagen pieken en zin hebben om er de sokken in te zetten, maar het paard moet ook zodanig getraind zijn dat het op het kleinste teken van de ruiter naar voren wil of van positie in het veld kan veranderen. En dat alles bij snelheden van rond de 65 km/uur. De kleinste fout van de jockey of een misstap van het paard is van grote invloed op het verloop van de ren. Mens en dier moeten helemaal op elkaar zijn ingespeeld en elkaar vertrouwen. Geen enkel paard kan zo hard gaan zonder de ruiter helemaal te begrijpen en te vertrouwen.

Renpaarden wordt geleerd om steun te zoeken in de hand, dit zorgt ervoor dat ze al hun gewicht in de strijd kunnen gooien en in balans hun uiterste snelheid kunnen halen. Als deze balans er niet is, doordat de ruiter onzeker is of niet stil zit, kan het paard ook nooit veilig het uiterste geven en zal het zich altijd inhouden in de koers of de training.

Bronnen, referenties en/of voetnoten