Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Equine Infectious Anemia virus

Uit Bokt
Voorbehoud medisch
Let op: Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij twijfel over de gezondheid van je paard altijd een dierenarts!


Het Equine Infectious Anemia virus (EIA-virus) is een bloedarmoede ziekte onder paarden, ezels, muildieren en muilezels. Voor mensen bestaat geen gevaar. Het EIA-virus komt wereldwijd voor, maar is tot op heden niet in Nederland geconstateerd. Het virus wordt overgedragen door de virusdragers en door bloedzuigende insecten. Dit zijn voornamelijk dazen, maar ook steekvliegen en muggen spelen een rol. De ziekte verloopt acuut, chronisch of nauwelijks merkbaar, waarbij de klinische symptomen naar de verschillende vorm variëren. De oorsprong van de ziekte ligt in moerasgebieden van Amerika, Canada, delen van zuid en centraal Amerika, Zuid Afrika en Noord Australië. In Duitsland is de ziekte in Bayern, Hessen, en Nordrhein-Westfalen geconstateerd. Gelukkig gaat het hier om een klein aantal dieren en heeft de ziekte zich na constatering niet verder verspreid.

Oorzaak of etiologie

Hoewel de ziekte zich onder meer door middel van insecten verspreid, kan het virus zich onder de insecten niet vermeerderen. De voor de infectie nodige virushoeveelheid wordt verkregen doordat de virusdrager meerdere malen wordt gestoken. Ook kan het virus worden overgedragen door dierenartsinstrumenten als bijvoorbeeld de thermometer of een neussonde niet goed gereinigd en gedesinfecteerd zijn. Indirect kan het virus ook worden overgedragen van merrie op veulen, of door contact tussen paarden waarbij slijmhuid of wonden elkaar raken. De kans hierop is echter klein.

Ziekteverloop of pathogenese

Beschrijf hier hoe de oorzaak leidt tot de uiteindelijke problemen waar het paard last van heeft.

Symptomen

De ziekte gaat gepaard met een aantal algemene symptomen, die zich afhankelijk van de vorm (acuut, chronisch of nauwelijks merkbaar) sterk of minder sterk merkbaar zijn:

  • Rode ogen met een waterige uitvloeiing
  • Blaasjes of een gele slijmhuid (Anemia)
  • Bloedingen in de slijmhuid
  • Zwakheid, gewichtsverlies, zwellingen aan ledematen en buik (oedemen)
  • Abortus
  • Onvruchtbaarheid
  • Ataxie
  • Koliek
  • Koorts tot 41 graden
  • Weigering om te eten
  • Bloed in de mest

Dieren die zonder symptomen ziek worden zijn levenslang drager van het virus en kunnen de ziekte op andere paarden overdragen. Volgens een aantal dierenartsen zijn laten de meeste besmette dieren geen of slechts lichte symptomen zien. Door middel van een bloedtest is echter altijd vast te stellen of het dier besmet is.

Diagnose

Er is een test beschikbaar waarmee men na kan gaan of een bepaald paard besmet

Behandeling

Indien men verwacht dat het dier misschien met het virus besmet is, is het belangrijk dat er direct een dierenarts op de hoogte wordt gesteld zodat kan worden getest of het paard inderdaad is besmet. Ondertussen moet het dier zoveel mogelijk verwijderd blijven van andere paarden, maar ook niet verhuisd of vervoerd worden, om mogelijke (verdere) verspreiding van het virus tegen te gaan. Mocht het virus worden aangetoond, dan moet het betreffende dier worden afgemaakt. Ook moeten alle dieren in de buurt van het paard worden getest op de ziekte. Het is helaas niet mogelijk om het paard weer virusvrij te krijgen door behandeling of inenting, en dit is in verband met de mogelijke verspreiding van het virus in de tussentijd ook niet toegestaan.

Indien een besmet paard is gevonden, moet tot 60 dagen terug worden nagegaan met welke paarden het in contact is geweest of in de buurt is geweest, en al deze paarden moeten getest worden. Deze dieren moeten ook 60 dagen afgezonderd gehouden worden en door een dierenarts in de gaten gehouden worden. Indien in twee controle onderzoeken met een afstand van minimaal 4 weken een negatief testresultaat is verkregen (het virus is dus niet in het paard aanwezig) dan kunnen de maatregelen opgeheven worden. De eerste na controle mag echter pas 21 dagen na doding van het laatste positief geteste paard plaatsvinden. Hierdoor wordt voorkomen dat het virus zich verder kan verspreiden.

In Amerika bestaat de mogelijkheid om het paard niet te laten inslapen, maar om het te brandmerken en levenslang in quarantaine te houden, in speciaal daarvoor opgezette faciliteiten.

Preventie

Een inenting om besmetting met het virus te voorkomen bestaat, en wordt het “Chinese Live Attenuated EIA vaccine” genoemd. Het is ontwikkeld in China en wordt gebruikt sinds 1983. In Amerika wordt nog gewerkt aan een vaccin. Voor zover bekend, is het gebruik van dit vaccin echter niet toegestaan in Europa.

Het EIA-Virus is niet goed bestand tegen warmte en uitdroging. Het virus kan dan maximaal 4 dagen overleven. Het virus kan door middel van goed schoonmaken met desinfecterende stoffen als chloor inactief gemaakt worden. Hiermee kun je niet voorkomen dat een paard besmet wordt, maar door te desinfecteren indien een dier positief test is, wordt wel voorkomen dat het virus kan overleven in de (stal)omgeving.

Een recente studie in Brazilië op wilde paarden laat zien dat zo’n 30% van de dieren chronisch geïnfecteerd is met het EIA-virus. Ze leiden echter een normaal leven en lijken geen last van de ziekte te hebben.

Foto's

Bronnen, referenties en/of voetnoten


Dit artikel is incompleet en moet nog verder inhoudelijk worden ingevuld.

We zijn specifiek op zoek naar: algemene informatie

Als je dit artikel aan wilt vullen kun je op bewerk klikken om je kennis aan dit artikel toe te voegen.


Bij dit artikel ontbreken afbeeldingen.

We zijn specifiek op zoek naar: Foto's of afbeeldingen van het virus, de aandoening / symptomen / genezing

Als je dit artikel aan wilt vullen kun je op bewerk klikken om je kennis aan dit artikel toe te voegen.