Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Herfsttijloos

Uit Bokt
De herfsttijloos

In de het voorjaar van 2014 kwamen diverse berichten naar buiten over paarden die plotseling overleden waren na het eten van hooi. Bij nader onderzoek bleek dat in het (natuur)hooi, dat veelal afkomstig was uit Duitsland en Frankrijk, het plantje herfsttijloos (Colchicum autumnale, synoniem: Colchicum multiflorum. De herfsttijloos (Colchicum autumnale) is onderdeel van de leliefamilie (Liliaceae) en lijkt qua uiterlijk veel op de krokus.

Voorkomen en uitzicht

De herfsttijloos bloeit in de herfst in loofbossen en vochtig grasland. Het plantje stamt oorspronkelijk uit West-Azië en het Middellandse Zeegebied, maar komt nu met uitzondering van het Noorden, in geheel Europa voor. Vooral in bossen, langs duinpaden en in vochtige weilanden komt de plant voor. In Nederland is de soort hoogst zeldzaam in het wild en gaat achteruit: de soort staat daarom op de Nederlandse Rode lijst, op deze lijst staan beschermde planten en dieren.

Herfsttijloos is een bolgewas dat lijkt op krokussen. De plant bloeit in de herfst, maar de bladeren en vruchten komen pas in het voorjaar tevoorschijn. Het is een zogenaamde droogbloeier. Dat wil zeggen dat de bol geen water opneemt en geen wortels en bladeren vormt tijdens de bloei. De bloem heeft drie stijlen en zes meeldraden en onderscheidt zich op deze wijze van de krokus. De stempels zijn gebogen en lopen af op de stijlen. Drie meeldraden zijn hoger geplaatst dan de drie andere.[1] De meest gekweekte herfsttijloos is de oosterse soort Colchicum byzantinum, die veel meer en grotere bloemen heeft. In de volksgeneeskunde werd de plant gebruikt tegen geelzucht. In de Middeleeuwen werd de plant gezien als een toverkruid. Het dragen van de knol zou bescherming bieden tegen tandpijn en de pest.[2]


Pathogenese of ziekteverloop

De plant bevat colchicine (alkaloïde), een sterk vergif. Dit is een huidirriterende stof die tevens de celdeling remt. Het geoxideerde product van colchicine is een haarvatgif, waarvan de dodelijke dosis geschat wordt op 1 miligram per kilogram lichaamsgewicht. De herfsttijloos bevat op basis van drooggewicht zowel in de knol als in de bloemen en zaden 0,3-1,2 % colchicine.

Paarden worden voornamelijk in de lente vergiftigd, na het eten van vruchten en bladeren. Het gif werkt cumulatief, dat wil zeggen dat het permanent wordt opgeslagen in de lever en er geen tegengif is. Hierdoor wordt de dosis opgestapeld gif steeds hoger bij het opnieuw binnenkrijgen van de plant, tot de dodelijke dosis is bereikt en het paard sterft.

Colchicine is een heel oud ontstekingsremmend middel dat goed tegen jicht werkt. De therapeutische breedte hiervan is echter gering. Er is dus maar een klein verschil tussen een werkzame en een giftige dosering. Ook werd de stof vroeger bij de behandeling van kanker gebruikt. Nu wordt alleen nog sporadisch de afgeleide stof demecolcine hiervoor gebruikt. Er was een tijd dat kinderspeelgoed vooral door de natuur werd aangereikt. In de zaaddozen van de herfsttijloos rammelen de zaden. Kinderen plukten deze zaaddozen wel. Het werd dan een levensgevaarlijk rammelaartje. Sommige kinderen aten de zaden en overschreden de dodelijke dosis colchicine. De dodelijke dosis wordt geschat op circa 20mg.[3] Eén zaad bevat ongeveer 4 mg colchicine.[4] In de plantenveredeling wordt colchicine gebruikt voor het verdubbelen van het aantal chromosomen. Op deze manier werden vooral in het verleden tetraploïde planten ontwikkeld. Bijvoorbeeld tetraploïd Engels raaigras Lolium perenne, dat gebruikt wordt voor de inzaai van weiland.

Symptomen

De paarden die overleden als gevolg van het eten van herfsttijloos kregen de volgende symptomen:

  • neurologische atactische verschijnselen, daarna dood neervallen
  • koliek
  • apatisch worden
  • diarree

Verder kan het innemen van de stof colchicine de volgende gevolgen hebben:

  • Schadelijk voor ongeboren veulens
  • Irriterend slijmvliezen
  • Problemen nierfunctie en centraal zenuwstelsel.

Bestrijding

Als de herfsttijloos voorkomt in de wei moet de plant onmiddellijk verwijderd worden. Bij het voeren van natuurhooi aan paarden moet men alert zijn op vreemde planten die in het hooi gevonden worden. Deze moeten uit het hooi gehaald en vernietigd worden om te voorkomen dat de paarden zichzelf vergiftigen.

Foto's

Bronnen, referenties en/of voetnoten

  1. http://www.tela-botanica.org/bdtfx-nn-18541-synthese
  2. Hüsstege G. (1976). Zakflora voor bos en heide. Helmond/Antwerpen: Uitgeverij Helmond/Standaard Uitgeverij
  3. http://www.farmacotherapeutischkompas.nl/preparaatteksten/C/colchicine.asp
  4. Ivo Pauwels, Herfst en winter in de tuin, p. 56, Artis, Brussel, 2003, – ISBN 90-5657-271-7