Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Arabier

Uit Bokt


Arabier
Arabier hoofdfoto.jpg
Standfotoarabier.jpg
Stokmaat: gemiddeld rond de 1,50 meter
Kleur: Vos, bruin, zwart en schimmel.
Land van herkomst: Arabische schiereiland
Link naar stamboek: http://www.avsweb.nl/

De Arabier of Arabische volbloed is één van de oudste raszuivere gefokte paarden ter wereld. De bloedlijnen zijn dus puur en zuiver, zonder inmenging van enig ander ras. De Arabier is wel gebruikt om vele andere rassen te veredelen, dus vele rassen stammen af van de Arabier. De Arabieren zelf noemen het Arabische paard keheilan, wat ‘door en door raszuiver’ betekent. Er wil nog wel eens verwarring ontstaan over de termen 'Arabier' en 'Arabisch Volbloed'. In Nederland kunnen deze termen door elkaar worden gebruikt, in Duitsland kan een paard als 'Arabier' in het stamboek worden ingeschreven als hij meer dan 70% Arabisch bloed voert, en is de term 'Arabisch Volbloed' voorbehouden aan paarden die 100% raszuiver zijn.


Geschiedenis

De Arabier bestond mogelijk al ver voor de Christelijke jaartelling. Het is in de loop der jaren veel veranderd, vooral vanwege veranderingen van de omgeving. De paarden zijn geïmporteerd naar veel verschillende landen waar er weer verder mee gefokt werd. Ook werd veel gekruist met niet-Arabieren, waardoor weer andere rassen ontstonden, zoals de Haflinger. De eerste Arabier werd in 1924 vanuit Engeland naar Nederland geïmporteerd.[1]


Over het ontstaan van de Arabier bestaan veel legendes; het paard zou geschapen zijn door Allah, waarbij hij sprak:

Ik noem je paard, ik maak je tot Arabier en ik geef je de kastanjebruine kleur van de mier. Ik heb geluk aan je maantop tussen je ogen gehangen. Je bent de Heer over de andere dieren. De mens zal je volgen waarheen je ook gaat. Je bent net zo goed om te achtervolgen als om te vluchten. Rijkdom zal op je rug rusten en het geluk zal door je worden bemiddeld.’ Vervolgens bracht Allah als merkteken van glorie en geluk een witte ster op het midden van het voorhoofd aan.

Door te verkondigen dat Allah het Arabische paard had geschapen, was de profeet Mohammed ervan overtuigd dat wie het paard goed behandelt, beloond zal worden in het hiernamaals. Dat en de opvatting dat ‘geen kwade geest het zou wagen een tent binnen te gaan waarin een zuiver gefokt paard huisde’, stimuleerde de verdere fokkerij van de Arabier op het Arabisch Schiereiland. In de loop der eeuwen beschermden de Bedoeïenen van de Arabische woestijnen met alle inzet het voortbestaan van het Arabische paard. Ze probeerden hem asil – puur – te fokken, zoals Allah bedoelde. Elke inbreng van vreemd bloed uit de bergen of de steden rondom de woestijnen was ten strengste verboden. Vanwege het ruwe leven in de woestijn trok de Arabier nauw met zijn nomadische meesters op, voer en water – en soms zelfs zijn slaapplaats – met hen delend. Daardoor heeft hij een sterke affiniteit met de mens en een grote intelligentie opgebouwd.

Oude hoofdlijnen

De vijf oude hoofdlijnen binnen het ras droegen de namen Kehilan, Seglawi, Abeyan, Hamdani en Hadban.

  • De Kehilan-lijn stond bekend om zijn diepe borst, mannelijke kracht en formaat – de gemiddelde hoogte van paarden van deze lijn was 157 cm. Hun hoofden waren opvallend kort en ze hadden een bijzonder breed voorhoofd met een uitzonderlijke brede kaaklijn.
  • De Seglawi-Arabier was bijzonder verfijnd en vertoonde een bijna vrouwelijke gratie en elegantie. Hij had fijne botten en was slechts 147 cm, met een langer hoofd en hals dan de Kehilan. Dit slanke, kleine paardje was beroemd vanwege zijn snelheid, ook al miste hij misschien wat van het uithoudingsvermogen van zijn grotere verwanten.
  • Net als de Seglawi was ook de Abeyan-lijn van een verfijnd type. Zuiver gefokt hadden ze een langere rug dan de typische Arabier.
  • In tegenstelling daarmee was het Hamdani-paard tamelijk eenvoudig met een atletische bouw en zwaardere botten. Hij miste de geprononceerde jibbah en had een rechter profiel en hals. Hij was ook groter van bouw, met een gemiddelde stokmaat van ongeveer 157 cm.
  • De Hadban was een kleinere versie, lager dan 152 cm. Hoewel hij ook opmerkelijk gespierd en zwaarder van bot was, was hij vooral beroemd om zijn vriendelijke en meegaande aard. Zijn voornaamste kleur was zwartbruin of roodbruin, met zeer geringe tot geen witte aftekeningen.

Hedendaagse lijnen

Tegenwoordig zijn er nog steeds verschillende Arabische lijnen en types.

  • Misschien is de beroemdste lijn wel die van de Crabbet-stoeterij, die voor het einde van de 19e eeuw werd opgericht door Lady Ann en Sir Wilfred Scawen Blunt. Zij kochten paarden van woestijnbedoeïenen en ze importeerden ze sinds 1878. Sommige van de belangrijkste waren de merrie Rodania en de hengsten Mahruss II en Mesaoud. Crabbet-lijnen worden enorm gewaardeerd ook al worden ze steeds zeldzamer.
  • De Egyptische Arabier is ook zeer vermaard, als afstammeling van de kuddes van Mohammed Ali Pasja en zijn kleinzoon Abbas Pasja en van de twintig paarden die van Crabbet naar de Sjeik Obeyd-stoeterij van Lady Blunt werden gestuurd. President Nasser van Egypte gaf vervolgens een hengst aan de Tsjerkeense Staatsstoeterij van Rusland, waar hij veel werd gebruikt bij renpaarden en merries van Poolse afkomst.
  • Poolse Arabieren staan bekend om hun goede bouw en schoonheid.

Exterieur

Het skelet van een Arabier.

Eén van de belangrijkste verschillen tussen het Arabische paard en andere rassen is het aantal ruggenwervels. De meeste paardenrassen hebben 36 ribben, zes lendenwervels en achttien staartwervels. De Arabier heeft 34 ribben, vijf lendenwervels en zestien staartwervels. Ook bijzonder is de mitbah: de hoek waarmee het hoofd van de arabier op de hals staat. Hierdoor ontstaat de karakteristieke boog in de hals van de arabier en kan het hoofd makkelijk in alle richtingen gedraaid worden. De hals gaat in een sierlijke boog over in een ronde schoft en sterke, schuin geplaatste schouders. De rug is kort en heeft een hoog kruis, dat duidelijk is afgerond. De Arabier heeft een brede, diepe borst, die ruimte biedt aan uitzonderlijk sterke longen. Daardoor kan hij lange tijd werken zonder te vermoeid te raken, waardoor hij bijzonder geschikt is voor langeafstandsritten. Daar komt bij dat hij droge, harde benen heeft. Zijn hoeven zijn perfect en krachtig met een bijna volmaakte vorm.

Het kleine hoofd van de Arabier loopt schuin toe naar de neus – een kleine neus die in de holte van een halfgeopende hand moet passen. Doordat het hoofd hoog op de hals wordt gedragen heeft het veel bewegingsvrijheid, bijna in elke richting. Tussen de grote, sprekende en wijd uit elkaar geplaatste ogen van de arabier vindt men de Jibbah, een schildvormige bobbel. Deze bobbel loopt naar boven toe door naar een punt tussen de oren en naar beneden toe tot op één derde van het neusbeen. Het hoofd van de arabier is licht 'geknikt', de deuk in de neus die hierdoor lijkt te ontstaan noemt men de dish.

De kleuren lopen sterk uiteen. De meest voorkomende kleuren zijn zwart, vos, bruin en schimmel. Hier kunnen echter nog verschillende varianten van voorkomen. De profeet Mohammed zei het volgende over de vachtkleuren van de Arabier[2]: Het beste paard is de vos, de bruine is de snelste, de zwarte de meest energieke en de meest gezegende is het paard met de bles. De vacht is fijn en zijdeachtig, zodat de aders er doorheen schijnen, en heeft vooral bij vos en bruine paarden een prachtige glans. Ook komen aftekeningen op benen en hoofd voor. Met een gemiddelde schofthoogte van 1.50 is het dus een middelgroot paard.

Karakter

Een dressuurmatig gereden Arabier

Meestal zijn ze vriendelijk, en zachtmoedig. Ze respecteren de mens snel, maar er moet wel een band voor worden opgebouwd. Hiervoor zijn ze vurig, maar als je hun vertrouwen eenmaal hebt gewonnen gaan ze voor je door het vuur. Ze hebben een hoge wendbaarheid en intelligentie. Hierdoor is het ook een perfect sportpaard. Ook heeft het een enorm uithoudingsvermogen, dat hij te danken heeft aan zijn vroegere omgeving: de woestijn.

Gebruik

Het is een veelzijdig gebruikt paard, en kan dus in allerlei takken van de sport worden uitgebracht. Ze worden gebruikt voor dressuur, springen, western, endurance, aangespannen en ook voor op de renbaan vanwege zijn grote uithoudingsvermogen. Ook in de fokkerij is de Arabier een populair paard; de Arabier wordt gebruikt om andere rassen te veredelen.

Foto's

Social Media

Facebook:

Bronnen, referenties en/of voetnoten

  1. Langrish, B. & Swinney, N. J., De kracht van paarden, Parragon 2005
  2. Tijdschrift Bit, nummer 1, april 1995