Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!
Endurance
Endurance is een vrij recente tak van paardensport, overgewaaid uit Amerika. In Nederland wordt deze sport sinds 1990 officieel bedreven.
Het doel van Endurance is een vooraf uitgezette route zo snel mogelijk af te leggen, met een paard dat aan het eind van de rit 'fit to continue' is, dus nog een stuk verder zou kunnen lopen. Tijdens de hele rit worden de paarden regelmatig door dierenartsen gecontroleerd of zij niet oververmoeid of kreupel zijn.
Geschiedenis
Endurance is in Nederland en België een vrij nieuwe tak van sport, toch bestaat het al veel langer dan de meeste mensen denken. Endurance is eigenlijk ontstaan uit de noodzaak dat vroeger het paard het enige snelle vervoersmiddel was, het was belangrijk dat de paarden zo snel mogelijk over lange afstanden konden lopen en dus een goede conditie hadden. De paarden werden vaak gebruikt om zo snel mogelijk boodschappen over te brengen. Voor deze informatie waren ze puur afhankelijk van de boodschapper en zijn paard, want andere goede communicatiemiddelen waren er nog niet in die tijd. Maar ook voor het leger was een goede conditie van het paard belangrijk, daarom ontstonden er testen waarin paarden lange afstanden zo snel mogelijk af moesten leggen. Dit was de voorganger van wat wij nu als "endurance" beschouwen. Er werd destijds niet aan hartslag controle gedaan waardoor het voorkwam dat paarden kwamen te overlijden door oververmoeidheid.
De eerste verhalen in Europa waarbij we kunnen spreken van "endurancerijden" spelen in het begin van de 17e eeuw. In 1612 reed de Engelse prins Henry, zoon van James de Eerste, van Richmont naar Belvoir Castle, een afstand van zo'n 155 km, in twee dagen. Vanwege de hitte legde hij de eerste dag "slechts" 100 km af en de tweede de resterende 50 km. Henry overleed korte tijd later, maar of dit te wijten is aan deze prestatie wordt niet vermeld. Zijn jongere broer Charles deed er nog een schepje bovenop en legde twee keer de afstand tussen Benwick naar Greenwich (415 km!) af in 4 dagen. Vermoedelijk reed hij nog grotere afstanden tussen Schotland en Londen tijdens de burgeroorlog, maar daar is in de geschiedenisboekjes niets over te vinden. Tijdens deze ritten zal waarschijnlijk wél zeer regelmatig van paard zijn gewisseld.
De grondlegger van de moderne endurance is Wendell T. Robie (1895 - 1984). Zijn drijfveer was een paardensport te beoefenen, die het uithoudingsvermogen van het paard, de band tussen paard en zijn berijder én het rijden door een grillig landschap combineerde. Hij organiseerde in 1955 de eerste endurance rit, de 160 km Tevis Cup, genoemd naar Lloyd Tevis, president van de Wells & Fargo Company (Pony Express). Deze rit telde maar 5 deelnemers, maar werd de erop volgende jaren een steeds groter succes. Dit mondde tenslotte uit in de oprichting van drie endurance verenigingen: The Western States Trail Foundation (Tevis Cup), the American Endurance Rides Conference en the North American Trail Ride Conference. Kort daarna werd endurance een wereldwijd verbreide vorm van paardensport. Zo werd in 1966 in Australië voor het eerst de Tom Quilty Cup, vergelijkbaar met de Tevis Cup, gereden. In Engeland ontstaat in 1973 de Endurance Horse and Pony Society en de bekendste 160 km rit, de Summer Solstice, werd in 1975 voor het eerst georganiseerd. Vele andere Europese landen volgden met het oprichting van hun eigen endurance verenigingen. Zo ook Nederland met de oprichting van de DER op 6 mei 1991.
Organisatie
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 25 wedstrijden georganiseerd door de KNHS[1] Endurancevereniging. Ze gaan bijna allemaal door fraaie natuurgebieden, en weinig over verharde wegen.
Ook in België is een Endurancevereniging actief, de ELDRA[2]. Vanaf 2006 staan ook in België een groot aantal wedstrijden op de kalender.
In Nederland is een klasse-indeling, oplopend van klasse I (afstanden van 20 - 39 km), klasse II (40 km - 79 km), klasse III (80 - 119 km) tot de topklasse, klasse IV (120 - 160 km, de koningsafstand). Om door te mogen naar klasse 2 moet je in klasse 1 drie winstpunten halen. Per goed uitgereden rit kun je 1 winstpunten verdienen. Als je 3 ritten helemaal goed uitrijdt, mag je dus naar klasse 2.
In België wordt een ander systeem van klasse-indeling gehanteerd.
Wie graag vrijblijvend wil kennismaken met endurance of mendurance kan meedoen in de impulsklasse bij de wedstrijden van de KNHS Endurancevereniging, de voortzetting van de ‘Dutch Endurance Riders’. Deze wordt onder de voorwaarden gereden van de KNHS Impulsrubriek. Zie hiervoor de reglementen van de KNHS.
Bij nagenoeg iedere wedstrijd die een klasse 1 uitschrijft is er een impulsklasse. Dit is terug te vinden op de website van de KNHS endurancevereniging. Om mee te kunnen rijden aan de impulsklasse is een lidmaatschap van de KNHS voldoende.
Hoe gaat nu zo'n kennismakingsrit in z'n werk?
Via mijnknhs kun je je inschrijven voor de wedstrijden. De wedstrijden worden door liefhebbers georganiseerd en zorgen zelf voor de organisatie en het beheer.
Ongeveer een week van te voren staat het wedstrijdboekje, waar onder andere de startlijst en de routekaart van de te rijden route bij zit, op de website. Je meldt je op het wedstrijdterrein bij het secretariaat, een startkaart heb je niet nodig, bij je inschrijving zit automatisch een dagstartkaart inbegrepen. Nadat je je wedstrijdhesje en veterinaire kaart hebt opgehaald ga je met je paard (zonder zadel of beenbeschermers) naar de dierenarts voor de eerste keuring, de voorkeuring. Hartslag, ademhaling, kleur van de slijmvliezen, vochthuishouding ('turgor') en darmgeluiden ('borborygmi') worden beoordeeld om te kijken of het paard lichamelijk in orde is, en het paard wordt in stap en draf gemonsterd om te kijken of hij niet kreupel loopt. De hartslag mag bij de voorkeuring niet hoger dan 60 per minuut zijn.
Is alles OK, dan kun je je klaarmaken voor de start. In de kennismakingsklasse en klasse I gaat dat per 2 of 3 paarden tegelijkertijd, op een vooraf bekend tijdstip, of op een tijdstip dat ter plekke wordt aangevraagd. Er geldt voor de kennismakingsklasse een minimale snelheid van 8 km/u, en een maximale snelheid van 12 km/u.
De veterinaire kaart moet je gedurende de rit bij je dragen. Ook is het handig om de routekaart mee te nemen. De route is onderweg uitgezet met lintjes. Wit is links, rood is rechts en geel is rechtdoor, of de route is in zijn geheel met geel of rood aangegeven. De korte route is dan bijvoorbeeld geel, en de lange rood. Vaak staan er om de 5 a 10 km bordjes, waarop staat hoeveel km er al is afgelegd. Op 1 en 2 km voor de finish staan ook bordjes, zodat men weet dat de finish in de buurt is. Veel ruiters gaan dan alvast stappen om te zorgen dat de hartslag laag genoeg is bij de finish.
Aan het eind, bij de finish, moet het paard een hartslag van maximaal 60 hebben. Is de hartslag te hoog, dan heb je na de finish 10 minuten de tijd om het paard alsnog met een hartslag onder de 60 aan te bieden. Lukt dat niet, dan wordt de combinatie uitgesloten.
Tenslotte moet je na 30 minuten na de finish opnieuw een volledige keuring doen, vergelijkbaar met de voorkeuring. Deze keuring heet de nakeuring. Is dan alles weer goed, dan pas heb je de rit goed uitgereden.
En dan: klasse I
In klasse I gaat het er niet veel anders aan toe dan in de kennismakingsklasse. Er zijn 2 essentiële verschillen: je moet lid worden van de KNHS Endurancevereniging en een startlicentie aanvragen, en de minimum- en maximumsnelheden zijn 9 km/u respectievelijk 14 km/u. Voor de rest is de procedure op de wedstrijden precies hetzelfde. Ook de afstanden zijn hetzelfde, met dien verstande dat op wedstrijden waar twee klasse I afstanden zijn (bv 27 km en 37 km) alleen de kortste afstand als kennismakingsklasse gereden mag worden.
Als een combinatie 3 winstpunten heeft gehaald mag deze promoveren naar klasse II. Het is niet verplicht en de combinatie mag ook in de klasse I blijven rijden. Klassen II en III: Als een combinatie 2 winstpunten in klasse II heeft mag deze promoveren naar klasse III. Elk goed uitgereden rit levert 1 winstpunt op.
Je wilt nog verder: klasse II en hoger
Klasse II wedstrijden zijn 40 - 79 km lang. In Nederland is de kortste klasse II die georganiseerd wordt op dit moment 40 km. Vanaf klasse II heb je te maken met een vetgate. Dit is een volledige controle, vergelijkbaar met voorkeuring of nakeuring, gevolgd door een verplichte rustpauze van 30 - 45 minuten.
Wat hierbij prettig is, is dat je niet met een hartslag van 60 of minder de vetgate binnen hoeft te komen. Wel is het zo dat je binnen 20 minuten na binnenkomst je paard moet aanbieden voor de keuring (en tot die tijd loopt je rijtijd door), en dat dan de hartslag onder de 60 moet zijn. Ook bij de finish hoeft de hartslag niet 60 te zijn. Al is de hartslag bij wijze van spreken 200, dat maakt niets uit. Wel is het zo dat ook bij klasse II en hoger de hartslag bij de nakeuring 60 of lager moet zijn. En ook bij klasse II en hoger is die nakeuring 30 minuten na de finish.
Andere Endurance specifieke zaken
- Endurance training
Zie Endurance Training voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
- Endurance zadel
Zie Endurance zadel voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
- Endurance groom
Zie Groom (endurance) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Foto's
Bronnen, referenties en/of voetnoten
3. http://www.equibel.be/prg/general/rules.php?d=CE