Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Vitamine D

Uit Bokt

Wat is het en wat doet het ?

Vitamine D is een steroïd hormoon dat het calciummetabolisme en het fosfaatmetabolisme regelt. Andere namen voor ditzelfde hormoon zijn calcitriol of 1,25-dyhydroxycholecalciferol. Steroïd hormonen zijn vetoplosbaar en kunnen dus gemakkelijk door middel van difussie de cellen binnen komen. Vitamine D bindt in de calcium transporterende cellen op bepaalde intracellulaire receptoren. Door deze binding wordt er in de cel een mechanisme geactiveerd dat zorgt voor de vorming van eiwitten die nodig zijn voor het transport van calcium en fosfor binnen de cel.

Vitamine D werkt bijvoorbeeld op de cellen van het darm epitheel en op de osteoblasten en osteoclasten. Zij zijn voor hun functioneren afhankelijk van vitamine D, omdat zij de transporteiwitten nodig hebben om calcium aan en af te kunnen voeren. Deze transporteiwitten zijn verantwoordelijk voor het transport van calcium in de cel. Door de aanwezigheid van deze transporteiwitten wordt calcium heel efficiënt door de cellen getransporteerd en blijft de hoeveelheid vrij calcium in de cel heel laag. Dat zorgt er dan weer voor dat calcium in de cel zijn rol als signaalmolecuul kan blijven vervullen en dat calcium vanuit de bloedbaan gemakkelijk op een passieve manier de cel binnen komt. Vitamine D heeft ook een sterk positief effect op de opname van calcium en fosfor in de darm.

Er zijn 2 verschillende soorten vitamine D, namelijk vitamine D2 en vitamine D3. Vitamine D2 wordt ook ergosterol genoemd en is van plantaardige oorsprong. Vitamine D3 wordt aangemaakt in het lichaam van dieren. Beide vormen het bij zoogdieren hetzelfde effect.


Waar komt het vandaan ?

Vitamine D3 kan door het lichaam geproduceerd worden, vitamine D2 kan opgenomen worden uit plantaardig voeder. Paarden nemen vitamine D2 op uit gras, zongedroogd hooi of stro of ander voer.

De synthese van vitamine D3

Huidcellen kunnen bij voldoende zonlicht 7-dehydrocholesterol produceren uit cholesterol. Onder invloed van UV-licht wordt dat omgezet tot vitamine D3 steroïde. Het transporteiwit globulin bindt vitamine D3 steroïde en transporteert het via het bloed naar de lever. In de lever wordt het omgezet tot 25-hydroxy vitamine D3 en vervolgens wordt het naar de nier getransporteerd. In de proximale tubuli van de nier wordt het omgezet tot 1,25-dihydroxy vitamine D3. Deze vorm is de actieve vorm en wordt ook wel calcitriol genoemd.

De vorming van vitamine D wordt gestimuleerd door parathyroïde hormoon en door een daling van de fosfor concentratie in het bloed. Hypercalcemie en hyperfosfatemie (te veel aan calcium en fosfor) remmen de vorming van vitamine D in de nieren. De nier kan in plaats van 1,25-dihydroxy vitamine D3 ook 24,25-dihydroxy vitamine D3 vormen als er een overschot aan vitamine D dreigt te onstaan. De laatste is namelijk een inactieve vorm en zal dus niet werkzaam zijn.

Vitamine D wordt vooral in de zomer onder invloed van zonlicht in de huid aangemaakt (vitamine D3). Omdat het een vetoplosbaar vitamine is kan het makkelijk opgeslagen worden voor in de winter als er minder zonlicht beschikbaar is. Deze opslag vindt plaats in de lever.

Waar zit het in?

  • Wel: In zongedroogd groenvoer. Bijvoorbeeld zongedroogd hooi, stro, tapiocameel. Ook veel in levertraan.
  • Niet: Niet aangemaakt door paarden die weinig zonlicht of daglicht krijgen.

Behoefte, toegestane waardes

Paarden die weinig direct zonlicht krijgen en jonge paarden met een grote behoefte aan kalk en fosfor hebben een extra hoge vitamine D behoefte.

Wat zijn de gevolgen bij een tekort?

Vitamine D-gebrek is zeldzaam maar leidt tot rachitis (Engelse ziekte). Zowel vitamine A en D slaat het paard in de zomermaanden op in zijn lichaam. Maar als paard weer op stal komt of als er in de winter weinig zon schijnt, zal de voorraad in de lever uitgeput raken. Een tekort leidt o.a. tot botafwijkingen.

Wat zijn de gevolgen bij een overschot?

Een te veel aan vitamine D veroorzaakt hypercalcemie, dat wil zeggen een stijging in de calciumconcentratie in het bloed.


Bronnen, referenties en/of voetnoten

  • Sjaastad, OV; Hove, K & Sand, O, Physiologie of Domestic Animals, Oslo: Scandinavian Veterinary Press, 2003, p. 245-247