Ben toch maar even aan de slag gegaan. Ik heb het heel basisch gehouden. Ik wilde niet meer als 2 a4tjes, want dan vinden ze er al snel niks meer aan.
Omdat de voorkennis nihiel is, ben ik eerst begonnen met hele makkelijke vragen, zoals hoe heet een mannetjes paard, en hoe heet die als die gecastreed is. Het geeft de ll zelfvertrouwen als ze die vragen goed kunnen beantwoorden.
Dan een vraag over waar of niet waar, dingetjes als een paard kan staand slapen, en de stelling een paard is een herkauwer net als een koe . Bij de bespreking kan ik dan uitleggen dat een paard de ruwe vezels verteerd door een in verhouding heel lang darmkanaal.
Dan heb ik een plaatje van een paard waarbij ze de onderdelen moeten benoemen. Ook een plaatje van aftekeningen aan het hoofd die ze moeten benoemen. En een plaatje waarbij ze de verschillende borstels moeten benoemen.
En een strikvraag; hoeveel tenen heeft een paard aan elk been? Ben benieuwd wat voor antwoorden ik erop krijg