Veel sterkte ermee hea! :
Ik heb het hier gekopieerd voor je:
Een Sprookje dat echt gebeurd is...
De meeste sprookjes beginnen met "er was eens ….".
Dit sprookje niet, maar ja, dit is dan ook een echt gebeurd sprookje.
Echt? Ja echt gebeurd!
Dit sprookje begint met:
Er is een paard dat je altijd wilt helpen.
Het paard had een mooi leven. In haar leven hielp ze grote mensen en kinderen.
Ze hielp kinderen die het moeilijk vonden om contact te maken,
maar met het paard vonden ze het nooit moeilijk om contact te maken.
Wat ze van het paard leerden konden ze later ook goed gebruiken in de mensen wereld.
Tot op de laatste dag van haar leven heeft het paard kinderen en grote mensen geholpen.
Haar geest werd steeds sterker. Ze wilde steeds meer mensen helpen. Want de mensen hadden het nodig.
Haar lichaam werd wel steeds ouder en zo kwam er een dag dat het lichaam niet meer mee kon komen.
Het werd tijd om afscheid te nemen.
Een groot vuur werd ontstoken. Grote vlammen stegen de donkere nacht in.
Het hout knetterde en kleine vonkjes stegen op en vlogen de lucht in.
Boven in de lucht dreven traag wolken voorbij. Niet alle sterren waren zichtbaar.
Naarmate het vuur oplaaide en meer vonkjes naar boven dwarrelden trokken de wolken zich terug.
Langzaam maar zeker kwamen alle sterren te voorschijn.
Het was alsof alle sterren kwamen kijken wat dat vuur beneden op aarde te betekenen had.
De vonken stegen hoger en hoger. Ze raakten bijna de sterren.
De sterren met hun witte licht en de vonken met hun geel rode gloed verlichtten de nacht.
Hun licht werd één mooie bol van licht die danste tussen de hemel en aarde.
En toen de sterren uitgedanst waren vroegen ze: Vanwaar dat mooie vuur?
- Er komt een paard aan. Een paard dat vele mensen heeft geholpen.
Een paard dat groot en klein veel geleerd heeft.
- Dat weten, zeiden de sterren, ze komt immers van ons vandaan.
Wel fijn dat jullie ons zo hebben laten dansen en dat jullie ons het nog eens verteld hebben.
Dat betekent dat jullie erg tevreden zijn en dat ze jullie verder geholpen heeft.
- Jahaa zeker.
- Fijn dat was wat ze wilde doen toen ze naar jullie toe kwam.
De sterren trokken zich terug naar de sterrenhemel waar ze altijd stralen.
Het was duidelijk uit de schitteringen dat er iets zou gaan gebeuren.
De wolken waren nu allemaal weg. Boven het land werd het nu snel kouder en kouder.
Het zou gaan vriezen.
Ver weg diep in de oceaan was een waterdruppel.
De druppel werd geroepen door de sterren.
Toen de druppel de roep van de sterren hoorde steeg het uit de diepste diepten omhoog naar het oppervlak van de oceaan.
Onderweg zei het steeds:
- Sorry mag ik er even langs.
De andere druppels keken de druppel aan.
- Waar ga jij naar toe?
- Naar boven, zei de druppel.
- Waarom?
- Ik ben geroepen door de sterren.
Sommige druppels vonden dat wel spannend en gingen ook mee naar boven.
Andere druppels wist wat het betekende om te geroepen worden door de sterren en gingen ook mee.
Boven was een rustige deining.
Langzaam bewoog het water zich op en neer.
De druppel die geroepen was kwam boven water en liet zich door de zon langzaam op warmen en uit het water tillen.
Zo steeg de druppel die geroepen was op steeds hoger de lucht in.
Boven de zee bleef de druppel zweven en zag dat er steeds meer druppels op hem af kwamen.
En nog één en nog één en nog één. Steeds meer en meer druppels stegen op.
Samen vormden ze een grote wolk.
En toen er één grote wolk was, kwam er nog één bij. En nog één en nog één.
Steeds meer en meer wolken zweefden boven de oceaan.
Toen de sterren zagen dat er vele wolken waren vroegen ze wind om de wolken naar het land te blazen.
De druppel die geroepen was riep nog tegen de andere druppels en wolken:
- Jongens houdt je vast daar gaan we. Op naar het land.
De sterren zeiden tegen de druppels dat het nu flink koud boven land was geworden en dat ze zich moesten voorbereiden om sneeuwvlokken te worden.
De wolken en de druppels zagen in de verte het land al naderen.
De druppel die geroepen was, was nu de vlok die geroepen was.
Om zich heen zag hij dat andere druppels nu ook klaar waren om als vlokken naar beneden te dwarrelen.
Wat zouden de kinderen dat leuk vinden!
Sommigen hadden nog nooit in de sneeuw gelopen.
Beneden zich zag de vlok die geroepen was het strand en wat rotsen.
Ze waren nu boven land, maar de wind bleef maar waaien.
Waar naar toe, vroeg de vlok zich af. Al gauw doemden er allerlei steden op.
Sommige vlokken konden niet meer wachten. En de sterren zeiden dat het goed was.
Toen dwarrelden de eerste vlokken naar de beneden. Andere wolken gingen verder en verder.
De wolken vlogen over andere steden. Nog nooit hadden ze zoveel gebouwen gezien.
Ze vlogen ook over rivieren en bossen. Ze zagen de dieren kijken.
- We zijn door de sterren geroepen, riepen ze van boven naar de dieren.
De dieren knikten die begrepen wat er ging gebeuren.
Een dier of een mens dat van de sterren afkomstig was ging weer terug naar de sterren.
Dat was altijd een bijzondere gebeurtenis.
Sterrenmensen en sterrendieren zijn bijzondere wezen.
Die proberen de aarde verder te helpen.
Als hun lichaam sterft komen de sterren vanuit het heelal naar de aarde om hun sterrenkind of sterrendier op te halen.
Uiteindelijk ging het minder hard waaien.
In de verte zag onze vlok een heuvel.
Het was een vlak land waar een eenzame heuvel stond.
De mensen die daar woonden noemden het "de berg".
Nog voordat ons vlokje zich kon afvragen wat er aan de hand was zag ze dat een plek vlak voor de berg lichter was.
Het was alsof het beschenen werd.
Toen zag ze dat er een paard in de wei en een paar mensen bij waren.
Het paard vond het moeilijk om afscheid te nemen.
Ze was erg van deze mensen gaan houden, maar het lichaam was op.
Het wilde niet meer. Haar tijd was op. En het was goed zo.
Ze had de dingen gedaan die ze had willen doen en de dingen die gebeuren moeten had ze in gang gezet.
De tijd zou de rest doen.
Ze keek naar de twee mensen waar ze zoveel van had genoten.
- Het is goed zo, zei ze in gedachten tegen de mensen.
Toen zag ze een sneeuwvlokje dat landde op haar neus.
Het vlokje zei dat ze geroepen was door de sterren.
Ah, de sterren dacht het paard. Ze zijn er! Mijn vrienden van de andere wereld.
- Ja zeiden de sterren we zijn er.
Het was nu stevig gaan sneeuwen en tussen de sneeuwvlokken waren de sterren niet zichtbaar voor de mensen.
- Fijn zei het paard dan kan ik gaan
Terwijl het nu steeds harder ging sneeuwen keek het paard voor de laatste maal naar de twee mensen, ze huilden.
Niet huilen we zullen elkaar weer zien, dacht het paard.
Ze sloot haar ogen, blies de laatste adem uit en zei tegen de sterren
- Ik ben klaar laten we gaan.
- Ok zeiden de sterren.
Nog één rondje over de wei zei het paard.
Het sterrenpaard en de andere sterren vlogen een rondje laag over de wei.
De paarden die dat zagen galoppeerde even mee.
De mensen die de sterren niet konden zien vroegen zich waarom de paarden zo vreemd deden. Daarna werd het weer rustig.
Doordat het zo hevig sneeuwde stopten mensen met hun werk en gingen eerder naar huis.
Zo hadden ze nog een extra middag vrij. En de kinderen?
De kinderen genoten volop. Mamma's gingen met kinderen sleeën.
Scholen gaven kinderen eerder vrij. Overal werden sneeuwpoppen gemaakt.
Meesters en juffen, pappa's en mamma's werden bekogeld door sneeuwballen.
De hele middag hadden grote en kleine mensen plezier.
Ver weg aan de hemel zagen sterrenkijkers iets nieuws.
Het leek alsof de sterren helderder straalden. Ook werd een nieuwe ster gezien.
De ster van het paard.
En als je nu een probleem hebt leg je vraag dan voor aan de sterren.
Je zult zien dat er een ster extra helder straalt of flikkert.
Dat is de ster van het paard.
Ga dan slapen en je zult zien dat het probleem de volgende dag opgelost is of een stukje minder is geworden.
Daarom begint dit sprookje niet met "er was eens …", wat er is een paard, een ster die jou wil helpen.
Vroeger, nu en in de toekomst.
Kortom , er is een paard….