Dr Offereins schreef een artikel wat te lezen is in zijn boekje haverkorrels.
Ik citeer:
'Vanaf zijn prilste ontwikkeling heeft de mens zich met het dier bemoeid en in het begin geleefd als zij. De mens was echter niet een nieuwe primaat, zoals zovelen daar voor, maar een meer dan dierlijk wezen dat de hele natuur zou vervormen. Het was iets geheel nieuws, een rovolutie die in haar uitwerking alle vroegere omwentelingen verre zou overtreffen. In een geologisch gezien zeer korte tijd, zo'n 50.000 jaar, zou dit wezen het aardoppervlak met alles wat daarop leeft bedwingen om voor zichzelf een wereld te bouwen die voor zijn eigen doeleinden zo aangenaam mogelijk is. De wil van 1 (zoog)dier soort wordt de wereld tot wet. Een wet die hij oplegt aan al zijn medeschepselen, die hij naar eigen goeddunken gebruikt, misbruikt, beschermt, verafschuwd, verafgoodt of uitroeit. Louter en allen om er zelf beter van te worden, of om er zijn eigen behoeftes mee te bevredigen. En naast voedsel en kleding spelen daarbij strijd en spelen een grote rol. Van de grote huisdieren heeft het paard zich het langst tegen overheersing door de mens verzet. De belangstelling voor de verschillende diersoorten is in de loop van de ontwikkeling van de mensheid zeer verschillend geweest. De grote tijd van het paard begint in Griekenland als het tot rijdier wordt gepromoveerd. Het wordt het lievelingsdier van mensen en goden.
Zo'n duizend jaar lang, van het begin van onze jaartelling tot de middeleeuwen, heeft het paard de macht in Europa bepaald. De Hunnen, Moren en Arabieren overwonnen bij de gratie van hun cavalerie. Daarna had de mens het paard nodig voor transport en de landbouw. Totdat zijn technisch kunnen in de eerste helft van de vorige eeuw zo ver gevorderd was dat hij het paard als gebruiksdier kon missen en kon uitroeien, wat hij al met vele andere diersoorten om minder belangrijke redenen had gedaan en nog steeds doet. Door de behoefte van de huidige mens aan sport en spel en emotionele bevrediging, mocht het paard terugkomen tot zijn huidige status. Die status is in handen van de almachtige Homo Sapiens kwetsbaar, tenzij hij hun welzijn evenzeer nastreeft als dat van hemzelf'.
Dit artikel doet me dus denken aan wat Dr Offreins schreef.