De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
XavierB

Berichten: 228
Geregistreerd: 11-04-14
Woonplaats: Gent

De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-08-15 17:46

Omdat in het aanverwante onderwerp: "Dressuur-rijkunst-discussie-foto-film-beoordeling" (http://www.bokt.nl/forums/viewtopic.php?f=105&t=1847520&start=2575)
een discussie op gang kwam over de aard van de Skala der Ausbildung, die echter te veel afweek van de initiële doelstelling van dat onderwerp, wens ik graag deze discussie als uitgangspunt van een nieuw topic openen.

Daarenboven wordt de Skala der Ausbildung vaak voorgesteld als het eindpunt van een lineaire progressie in de dressuur en zo oneigenlijk gelegitimeerd als de dressuurmethode bij uitstek. Hoewel we inhoudelijk kunnen discussiëren over de inhoud van de Skala als de kernstructuur van de hedendaagse Duitse methode, wil ik voor eens en altijd dit oneigenlijk gebruik van historishe legitimering uit de wereld helpen. Omdat zoiets enkel kan op grond van een degelijk uitgeschreven betoog dat steunt op feitelijk bronnenmateriaal, wens ik dit topic te starten met een uitvoerig artikel.

Graag had ik dit artikel aangevangen met een citaat van Simpleman in het aangehaalde topic:

Simpelman schreef:
Wat zou dat moeten zijn de Skala methode?
Het Skala der Ausbildung is precies wat de titel aangeeft een (verglijdende) schaal bij de africhting van het paard, het is geen methode, simpel gezegd is het een omhulsel dat zou kunnen passen als begeleiding bij totaal verschillende methodes.


Deze stelling stoelt op historisch zeer losse schroeven. In een vorige post heb ik uitvoerig beschreven (met naam en toenaam) hoe de Skala als een structureel trainingsoverzicht van de hedendaagse sportdressuur volgens de Duitse lijn (de FN) tot stand is gekomen. Ik citeer de relevante passage nogmaals voor alle duidelijkheid.

XavierB schreef:
Maar laat ons eerst en vooral de vraag stellen: vanwaar komt de Skala der Ausbildung? De eerste versie van deze Skala gaat terug op een voorschrift uit de Duitse Cavalerie, genaamd Reitforschrift 12, geschreven in 1912 als een algemeen opleidingsvoorschrift. Hoewel dit document nog niet structureel is gestoeld op een 'Skala' begrip, zijn vele elementen van de latere Ausbildung, inclusief het begrip Durchgelassigheit duidelijk merkbaar. Hetzelfde jaar zou dressuur ook gepraktiseerd worden als een internationale sport tijdens de Olympische Spelen te Stockholm, hoewel de hippische disciplines (tot 1952) waren voorbehouden voor cavaleristen.

Een tweede prominente stap in de ontwikkeling van de Skala is de heruitgave van Steinbrechts werk, Das Gymnasium des Pferdes, door Hans von Heydebreck in 1935. Deze auteur was al een commissielid voor hdf 12 (en wellicht verantwoordelijk voor de inclusie van Steinbrechts leerstellingen in dat cavaleriehandboek). Niettemin maakt von Heydebreck een essentiële interpretatie in het werk van Steinbrecht, dat achteraf het idee van de Skala zou blijven tekenen (en overigens in grote tegenstelling zou brengen met de Franse school), namelijk de interpretatie van de 'Anlehnung' en diens interactie met 'Schwung'. Het idee dat het paard op het bit dient gereden te worden, waardoor een fysiek merkbare druk door het bit wordt gegenereerd in de paardenmond is afkomstig van deze auteur (en niet van Steinbrecht zelf !!!). Niettemin was daarmee de basis gelegd voor de Richtlinien für Reiten und Fahren, dat voor het eerst in 1950 werd gepubliceerd (en sindsdien herhaaldelijk, maar steeds geherinterpreteerd, door de FN is uitgegeven).

De uitgave van de Richtlinien kwam op een keerpunt in de geschiedenis van de paardenwereld, aangezien na de Tweede Wereldoorlog het gebruik van het paard (met uitzondering van ploegpaarden) was teruggebracht op sportpraktijken, die nu danig werden uitgebreid door de toelating van burgers tot deze hippische activiteiten in 1952. De dressuur bleef dus voortbestaan, maar werd sterk beperkt en daardoor bepaald door de sportpraktijken, die een relict vormden in een drastisch kleiner wordende paardenwereld (in Duitsland bijvoorbeeld zakte het aantal paarden tussen 1950 en 1970 van 2,5 miljoen tot 250000).

De Skala bestond, initieel althans, uit een aantal trainingsfasen die werden vervat in typerende woorden (Takt, lossgelassigheit, anlehnung, Schwung, Geraderichtung, Versammlung). Fasen die heel herkenbaar terug te vinden zijn in het oorpsronkelijke Heerforschrift. Het probleem is dat men, door de nood aan specificatie binnen de sport, deze termen is gaan herinterpreteren en gaan gebruiken om de kwaliteit van de dressuur te gaan beoordelen. Met andere woorden, de woorden die de fasen aanduidden werden plots kwaliteiten, maar bleven gerangschikt in dezelfde Skala, wat voor steeds herhaalde verwarring en onduidelijkheid is blijven zorgen.

De volgende vraag die we ons kunnen stellen, is waarom het Hdf 12 als zo belangrijk werd geacht. Wel dit heeft te maken met de duidelijke invloed van Steinbrechts werk, Das Gymnasium des Pferdes, op de Duitse cavalerie in het algemeen en de hdf 12 in het bijzonder. Niettemin moet ik benadrukken dat hdf een cavaleriehandboek is. Dat wil zeggen dat Steinbrechts originele werk werd geformaliseerd, gegeneraliseerd (vele nuances die Steinbrecht maakte, staan niet te lezen in de hdf, zeker met betrekking tot de mentaliteit van het paard) en gepragmatiseerd (zij moesten het doel van de cavalerie dienen, rekening houdende met de kosten efficientie om zo een cavalerie op te leiden).

Niettemin is de algemene structuur van Steinbrechts werk herkenbaar in het Reitforschrift en bijgevolg in de Richtlinien, hoewel de interpretaties licht tot sterk zijn gewijzigd, en de feel van Steinbrecht door formalisering en standaardizing is verdwenen.

Met betrekking tot Steinbrecht moeten we overigens ook opmerkingen maken. De grote waarde van het werk van Steinbrecht ligt hem in zijn biomechanisch begrip van het paard. Steinbrecht had immers een opleiding als dierenarats genoten en paste de negentiende-eeuwse biomechanische inzichten (die overigens heel goed waren) toe op de dressuur die hij had geleerd van Louis Seeger. Een dressuur die weliswaar diende gereconstrueerd en gereintroduceerd worden. In de loop van de achttiende en vroege negentiende eeuw was de traditionele dressuur immers van het Europese toneel verdwenen. Enkel een instutuut als de Spaanse Rijschool, die inmiddels ook sterk werd beïnvloed door nieuwe cavaleriepraktijken, behield nog enige herinnering aan de oudere rijkunsten. Seeger, de leermeesters van Steinbrecht, had dan ook hier de dressuur geleerd onder de toenmalige prominente directeur Von Weyrother.

Het was Steinbrecht die in deze oude rijkunst de biomechanische voordelen kon herkennen. Hoewel Steinbrecht zelf deze rijkunst beoefende, was het schrijven van zijn werk (dat trouwens posthuum werd gepubliceerd, en voorzien van extra hoofdstukken geschreven door Plinzer, de uitgever van het werk en tevens een leerling van Steinbrecht) niet bedoeld om de traditionele rijkunst in volle glorie opnieuw tot leven te wekken. Steinbrecht begreep dat de tijden waren veranderd en dat zogenaamde hunting/coarsing praktijken de paardenkunst van zijn tijd zouden blijven domineren. Zijn doel was echter veel pragmatischer, namelijk het introduceren van lessen uit deze oude kunst in de hedendaagse trainingsmethoden om zo het niveau van de paardenkunst opnieuw op te krikken. Waarom? Wel simpelweg omdat Steinbrecht dit kon substantiëren vanuit zijn kennis over de biomechanica van het paard (dit kan je letterlijk nagaan in zijn inleiding).

Dit heeft echter twee prominente gevolgen. Ten eerste het feit dat Steinbrechts werk niet bedoeld is om de hoogste niveaus van dressuur te berreiken, maar een pragmatische natuur heeft. Ten tweede dat zijn werk, en vooral de structuur van het werk, vooral gestoeld is op de fysicaliteit van het paard. Dat wil niet zeggen dat Steinbrecht totaal geen oog had voor de mentale condities van het paard (hij maakt daar heel wat nuances over), maar wel dat hij niet beschikte over dezelfde structureel wetenschappelijke kennis om dergelijke aspecten op een even systematische wijze te integreren.

Vanwaar komt dus de Skala die aan de basis ligt van de hedendaagse dressuurkunst. Wel historisch gesproken is het een steeds geherinterpreteerde versie (met alle verwarring vandien) van een adaptatie (Richtlinien uit 1950) van een geformaliseerde, gegeneraliseerde en gepragmatiseerde versie (hdf 12) van pragmatisch neoklassieke reconstructie (Das Gymnasium).


Hoewel men vandaag in de Skala eerder kwaliteiten dan trainingsfasen herkent, is dit concept nog steeds onlosmakelijk verbonden met de hedendaagse Duitse school. Het heruitgeven van de Richtlinien gebeurt overigens nog steeds door de FN (http://www.fnverlag.de/pferdebuecher-reitbuecher-fuer-kinder-und-erwachsene/richtlinien-im-pferdesport-reiten-fahren_c48.html), weliswaar steeds gerevisioneerd.

Indien je de Skala als een interpretatiekader wenst te hanteren, dan is dat gerust een vrije keuze. Maar de persoonlijk herwerkte versie van die Skala is iets afzonderlijks dat je zelf dan dient te verklaren en te duiden en dat je niet kan opwerpen als 'de Skala' (want dit begrip dekt in feite een hele lading aan theoretische en praktische concepten uit de Duitse school). Wat de Skala precies behelst (en let op, want zoals ik al stelde is dit een veranderlijk gegeven) kan je nalezen in de diverse opeenvolgende versies van de Richtlinien.

Verder dien ik op te merken dat we wanneer je de Skala hanteert je inherent wordt geconfronteerd met een lineaire hiërarchie in kwaliteiten (ook al interpreteer je de zes kwaliteiten op een andere manier dan de FN voorschrijft). In die zin volg ik de stelling dierenarts Gerd Heuschmann (die overigens een aanhanger van de FN methode is): "Naar mijn mening zouden ervaren trainers moeten nadenken over de volgorde en de mogelijke wisselwerkingen van de eerste punten van het scala. Takt is volgens mij zonder een basale vorm van losgelatenheid niet mogelijk." (Heuschmann G., Kamphuis V (vert.), Dressuur onder Vuur. Wat elke ruiter moet weten om zijn paard gezond te houden (Tirion, 2008, orig. Finger in den Wunde, 2006). Een punt dat je overigens ook kunt maken op vlak van rechtheid vs impulsie. Wanneer ik jouw posts lees, zijn deze twee kwaliteiten dermate nauw met elkaar verweven (hoewel zij in de loop van de training op diverse manieren op elkaar zouden inwerken) dat geen boven de andere kan worden gesteld. Ik volg die mening volledig. Maar waarom dan vasthouden aan een schema dat een hiërarchie tussen beide wenst te scheppen?

In die optiek vind ik het hoog tijd dat we afstappen van het Skala idee en komen tot een ander structureel begrip van de diverse kwaliteiten die we in onze paarden willen bevestigd zien. Iedereen die er nog iets mee wenst te doen, komt uiteindelijk uit op een totaal ander model waarin de originele Skala nog amper herkenbaar is. Daarmee is overigens de discussie welke die kwaliteiten zijn en wat zij omvatten nog niet afgesloten.

Niettemin vloeit uit de bovengeschetste geschiedenis ook voort dat de volgende stelling niet klopt:

Simpleman schreef:
Het Skala der Ausbildung, het resultaat van een oneindige ervaring in de africhting van heel grote aantallen paarden.
Het Skala is puur praktijkgericht en het kader past bij dat wat wij heden ten dage geacht worden te willen bereiken in de dressuur, namelijk zie FEI art401.


Hier wordt de veronderstelling van een cummulatieve lineariteit gemaakt (trouwens heel typerend voor een moderne gedachtengang, zie daarvoor het onderoek van de filosoof en historicus Koselleck, die overigens in 2003 een artikel over de paardengeschiedenis heeft geschreven dat zeer treffend van toepassing is op deze discussie: "Der Aufbruch in die Moderne oder das Ende des Pferdezeitalters"). Cummulatieve lineariteit is een vorm van vooruitgangsdenken waarbij men vanuit gaat dat de geschiedenis steeds progressief is, simpel gesteld: 'wat oud is, is altijd slechter' of 'wij staan altijd op de schouders van reuzen en daarom kijken we ook steeds verder'. Het zou fout zijn om te stellen dat er niet zoiets bestaat als cummulatieve lineariteit, met andere woorden dat er geen gerichte progressie bestaat in bepaalde gebieden waarbij we onze kennis en vaardigheden steeds weten uit te breiden en te verbeteren. Het voorbeeld dat Simpleman aanhaalt met betrekking tot de medische wetenschap is daarvan een goed voorbeeld (weliswaar betreffende de laatste twee eeuwen).

De hamvraag is of de parallel tussen een cumulatieve lineaire progressie, zoals in de medische wetenschappen, ook opgaat voor de hedendaagse paardenkunst in het algemeen en de dressuur in het bijzonder. Je hoort mij ongetwijfeld aankomen, uiteraard is dat niet het geval. Ik denk dat we op dat punt grondig van mening verschillen en omdat je alle recht hebt om mijn intelligentie in vraag te stellen, zal ik wederom uitvoerig proberen aan te tonen op welke basis ik die stelling maak. Het zal overigens toelichten waarom het begrijpen van de historische dimensie wel degelijk van groot nut voor onze hedendaagse praktijken kan zijn.

Het feit is dat de traditionele dressuur bij de aanvang van de moderniteit van het toneel is verdwenen. Een eerste reden ligt hem in wat historici aanduiden als het 'moderniseringsproces' (een concept dat voor het eerst is gelanceerd door de befaamde socioloog Max Weber). Het zal weinig verbazen dat modernisering een ingrijpende invloed heeft gehad op de paardenwereld. Persoonlijk identificeer ik drie grote invloeden die de moderniteit heeft gehad op onze manier om met paarden om te gaan. Ten eerste zijn er de economische invloeden, waardoor de paardenwereld meer en meer werd 'gekapitaliseerd' en het paard zelf meer en meer werd 'gecommodificeerd' (dat wil zeggen als een consumptiegoed werd aanschouwt). Eén van de fundamentele veranderingen is de daling van de 'relatieve waarde' van het paard als een gevolg van de welvaartsverhoging die de industriële revolutie met zich meebracht. Hierdoor werden paarden, die voorheen een uitzonderlijk prijzig en daarom uitzonderlijk uniek goed werden beschouwd, meer en meer gezien als vervangbare goederen. Dat dit gevolgen heeft op hoe men met paarden omging en hoezeer en op welke manier men wou investeren in paarden is evident. Het is door deze evolutie dat we een ommekeer zien in het idee dat de methode zich aan het paard moet aanpassen naar het idee dat een paard zich dient te conformeren in een methode (of anders simpelweg kon verkocht worden). Een bron die deze mentaliteit uitermate treffend beschrijft is de roman Anna Sewell uit 1877, Black Beauty.

Een tweede, later effect, van de modernisering is de mechanisering van de moderne maatschappij die we voornamelijk in het Interbellum moeten situeren. Hierdoor verloor het paard enige functionele rol in de maatschappij en werden paardenpraktijken (in Europa althans) teruggebracht op louter sportpraktijken. Met andere woorden werd vanaf dan de correcte opleiding van een paard in belangrijke mate bepaald door hoe goed een paard beantwoordde aan de specifieke verwachtingen die golden binnen iedere sporttak (op het Europese toneel was dat in eerste instantie koersen en jumping, in tweede instantie dressuur en eventing; hoewel er nationale variatie bestond en bestaat in het belang van iedere sporttak).

Een derde en moeilijker te bestuderen effect (daar gaat overigens het artikel van Kosseleck over) was de invloed van de modernisering op de mentaliteit van mensen en daarom ook van paardenmensen. Kort gesteld begonnen mensen op meer lineaire, doel efficiënte en mechanischeren manieren de wereld te percipiëren en erin te handelen. Onderschat zo niet welk effect het dagdagelijks omgaan met mechanismen heeft op jouw algemene gedragspatronen. Dit probleem wordt meermaals aangekaart door Gustav Steinbrecht:

Citaat:
"De starre, eenvormige zit maakt het onmogelijk de hulpen in hun veelvoudige variaties, die afhankelijk zijn van een ongedwongen houding en souplesse van de afzonderlijek lichaamsdelen, te geven. Dat is de reden dat ik er iedere keer op terugkom dat men oude vooroordelen moet opgeven en de regels voor de houding van de ruiter uitsluitend mag afleiden uit de door de natuur bepaalde principes. De bekrompen, zogenoemde schoolzit waar veel instructeurs zo krampachtig aan vasthouden, is er de oorzaak van dat de kunst zo in diskrediet is geraakt. Hij verhindert de leerling zelfstandig te worden ten opzichte van het paard, omdat het hem in deze zit aan het nodige gevoel ontbreekt om de richting en de gang van het paard goed te kunnen beoordelen. De in deze zit opgeleide ruiter zal na veel moeite niet het doorgetrainde paard kunnen produceren - dat wil zeggen een paard waarvan de natuurlijke talenten door de dressuur niet alleen geregeld en onder controle zijn gekomen, maar bovendien door doelmatige oefening verbeterd en vermeerderd zijn - maar een houterige machine die weliswaar mechanisch correct werkt, maar befroofd is van elke souplesse en opgewektheid in de gangen. Dergelijke paarden zijn in het geheel niet geschikt om liefhebberij op te wekiken voor de kunst, want zij vermoeien de ruiter door hun afgestompte, mechanische manier van bewegen en zullen vroegtijdig versleten zijn.
Dat is de reden dat veel professionele ruiters tegenwoordig op de Engelse manier rijden. De hoge heren voelen zich zekerder en lekkerder op een goedgebouwd paard dat door een zogenoemde dressuur verwrongen en van alle levensvreugde beroofd is.
Mag deze prachtige kunst, die vanaf de vroegste tijden in hoog aanzien heeft gestaan en daar ook in zal blijven zolang er nog moed en ridderlijke gedachten in de mensen te vinden zijn, volgens u niet afglijden naar een onwaardig niveau?"
(Gustav Steinbrecht, Das Gymnasium des Pferdes in: Vannieuwendijk S. (vert.) (Rozhanitsa, 2013), pp. 43-44)


De trend naar uniforme en formele methodes en mechanische redeneringen typeert overigens nog sterk onze hedendaagse dressuur, ondanks de invloed van mensen als Gustav Steinbrecht. Dat is op zich niet verwonderlijk. Hoewel de Hdv 12 heel wat inspiratie uit Steinbrechts werk haalde, bleef het een cavalerievoorschrift dat erin moest voorzien om een grote groep aan cavaleristen op een tijdsefficiënte en uniforme manier op te leren. Een mooi illustratie dat 'mechanische trainingspraktijken' werden doorgezet in de cavalerie kan je vinden in onderstaande foto uit 1935, waarop te zien is hoe rekruten op houten machines moesten leren rijden.

Afbeelding

Dergelijke vaststellingen zijn geen louter interessante historische weetjes. Het is belangrijk om te realiseren dat de Skala der Ausbildung zijn fundamentele basis heeft in dergelijke cavalerievoorschriften en dat bepaalde uitvoeringen nog steeds op die voorschriften gestoeld zijn. De zit is daarvan een uitmuntend voorbeeld, waarbij die vaak nog op zeer formele wijze wordt aangeleerd en ik denk dat het bokt forum vol staat van teleurgestelde dressuurruiters die punten hebben mislopen omdat hun zit niet beantwoorde aan de vooropgestelde omschrijvingen. Dat we op vlak van de zit vaak worden geconfronteerd met pertinente problemen wordt aangetoond in Dr. Nancy Nicholsons werk Biomechanical Riding. Dressage a rider's atlas (Zip Publishing, 2006). Alle biomechanische figuren met betrekking tot foute zitstijlen zijn gebaseerd op fotografische materiaal van internationale dressuur competities (ik verwijs concreet naar pp. 26-27, 33).

Naast het algemene proces van modernisering, zijn er ook meer concrete processen die een einde hebben gesteld aan de traditionele dressuur. Het meest belangrijke proces was wellicht de opkomende coarsing/hunting praktijken, die in de zeventiende eeuw in Engeland waren ontwikkeld (het is overigens tegen dat soort rijden dat Steinbrecht in bovenstaand citaat fulmineert). Deze praktijken zullen in de loop van de achttiende eeuw sterk voet aan grond krijgen in de rest van Europa, wat in de daarop volgende eeuw zelfs zou leiden tot de zogenaamde 'Anglomania' in de paardenwereld.

De reden dat deze praktijken de bovenhand wisten te krijgen, had weinig te maken met een zoektocht naar een meer geavanceerdere manier op paarden op te leiden. De eigenlijke reden was veel pragmatischer van aard en vloeide voort uit de groeiende onbruikbaarheid van de traditionele dressuur, die inmiddels sterk inzette op hoge vormen van verzameling en atletische oefeningen zoals de airs boven de grond, voor militaire doeleinden. Waar eens wendbaarheid en daarom verzameling van groot belang waren voor militaire en martiale praktijken, werd snelheid een steeds belangrijkere factor van moderne legers. Dat heeft te maken met de evolutie in de wapentechnologie gedurende de late zeventiende en achtiende eeuw. Artillerie werd steeds gerichter en na de Napoleontische Oorlogen ook mobieler. Vuurwapens werden accurater, hun bereik groter en hun herlaadsnelheden aanzienlijk korter. Daarenboven zou in de negentiende eeuw het landschap onder invloed van de industrialisering en de verhoogde bevolkingsaantallen drastisch veranderen, waardoor het aanleren van springen een centrale noodzakelijkheid van de cavalerie werd. Enkel een snelle cavalerie, waarbij de individuele training en kunde van beduidend minder belang was dan de tactische manoeuvres van gehele contingenten, had nog een plaats op dit soort slagvelden. Daarenboven waren de trainingstijden voor paard en ruiter die golden binnen een traditioneel dressuurmatige opleiding, onhoudbaar voor kostbewuste staatslegers. Bijgevolg werden coarsing/hunting praktijken die nauwer aansloten bij de pragmatische doelstellingen van het leger en makkelijker te trainen waren (maar daarom niet steeds bevorderlijk voor het paard) en masse ingevoerd.

Het gevolg voor de traditionele dressuur was vernietigend. In Duitsland zien we de snelle integratie van deze technieken bijvoorbeeld in het Pruissische leger van Frederik II, waarbij de paardenkunst nu is gaan stoelen op de cavalerieschool in Göttingen, die aanvankelijk zeer dressuurmatig opereerde, maar onder Frederiks hervormingen de nieuwe coarsing praktijken in de armen sloot. Zelfs het grote bastion van de traditionele dressuur in de achttiende eeuw, de koninklijke academie te Versailles, kwam onder druk te staan van nieuwe praktijken, vooral in der periode dat de gebroeders d'Abzac de leiding over de school droegen (1770-1789). Hoewel de dressuurmatige inzichten bleven behouden, werd meer en meer gestreefd naar een pragmatischere vorm van rijden die in de daaropvolgende eeuw de Franse traditie zou bepalen. Zo schreef de comte d'Aure over deze periode:

Citaat:
"le talent de l'écuyer ne consistait plus alors suelement à faire parader, à à fatiguer inutilement un cheval pour obtenir des airs relevés, mais bien à calculer ses forces, à les ménager et à régulariser ses allures." (zoals geciteerd in Saurel E., Histoire de l'équitation (Stock, 1971), p. 265


De Franse traditie brengt ons bij de tweede concrete reden voor het verdwijnen van de traditionele dressuur, namelijk de afschaffing van de academische rij-instellingen als een gevolg van de Franse Revolutie. De traditionele dressuur werd bij uitstek beoefend door monarchen en de hoge adel, kortom het Ancien Régime, en werd in de revolutionaire periode een specifiek doelwit voor de burgerlijke klasse die de Revolutie aanstuurde. Dat had niet enkel een effect op de centrale instelling van deze academische traditie, de school van Versailles, maar tevens op een netwerk aan academieën in Franrkijk (Caen, Lyon, Marseille, Angers). Een tekenende illustratie van deze gerichtheid op rij-instellingen is de rijschool van de Tuilleries, waar de la Guerinière zich had gevestigd (en waar Pluvinel voordien de eerste academie had opgericht). Deze werd gesloten, maar de plaats werd tevens toegeëigend door de revolutionairen om er de eerste vergaderzaal van de Assemblée in onder te brengen (wat qua symboliek wel kan tellen). Onderstaand vind je een afbeelding van die Assemblée in de voormalige rijschool van de la Guerinière:

Afbeelding

Na deze traumatische gebeurtenis voor de traditionele dressuur, restte enkel de Spaanse Rijschool (die in feite weinig prominent was voor de negentiende eeuw) als de enige academische instelling. In de loop van de achttiende eeuw had deze instelling de leerstellingen van de la Guerinière overgenomen, maar zij volgde eveneens de trend die we elders in Europa vaststelde, namelijk het pragmatizeren van de originele dressuur voor cavalerie praktijken. Vooral onder de befaamde hoofdruiter Max Ritter von Weyrother (1825-1833) wist de rijschool zo heel wat prominentie te bekomen, juist omwille van de pragmatische instelling dat een tegen dan heel wat beperktere kennis over de dressuur relevant kon zijn voor hedendaagse praktijken. Deze wederzijdse invloed komt wellicht het best tot uiting in de werken van Holbein. Hij schreef de instructies voor de Oostenrijkse cavalerie tussen 1873 en 1898 en publiceerde de Directives voor de Spaanse Rijshool in 1898. Dit handboek vormt nog steeds de basisinstructies voor de werking en methode van de Spaanse Rijschool vandaag.

Het mag dus duidelijk blijken dat doorheen de negentiende eeuw we amper kunnen spreken van een verrijking van de dressuur. Veeleer was de traditionele kennis en kunde die in voorgaande eeuwen was opgedaan grotendeels van de kaart verdwenen en van een volwaardige levende traditie was geen sprake meer. Niettemin merkten diverse 'paardenmeesters' op dat de nieuwe coarsing praktijken en hun integratie in de cavalerie vaak niet leidde tot de gewenste resultaten. Zo wijst Holbein op de problematische aard van een te snelle training en een te grote nadruk op snelheid in zijn Directives. Het is in deze context dat François Baucher wijst op de gebrekkige opleiding in de Franse paardentraditie en zijn eerste methode voorstelt waarin hij claimt paarden op een korte tijd degelijk op te leiden. Dit werk en de talloze demonstraties die Baucher uitvoerde zou aanleiding geven tot de polemiek met de comte d'Aure en later met Louis Seeger. Niettemin zou uit deze polemiek de basis voor de hedendaagse Franse traditie worden gelegd met de publicatie van Questions équestres door generaal l'Hotte.

Ook in Duitsland zien we een vergelijkbare reconstructie in de gedaantes van Louis Seeger, die onder Von Weyrother aan de Spaanse Rijschool had gestudeerd, en voornamelijk van Gustav Steinbrecht. Dat we hier spreken over een reconstructie van de dressuur blijkt duidelijk uit het voorgaande citaat van Steinbrecht dat ik reeds heb vermeld. Hij stelt dit overigens ook zeer duidelijk in het volgende citaat in het hoofdstuk 'Doel van de dressuur':

Citaat:
"Onze generatie ontbreekt het niet aan een ridderlijke inborst, noch aan de middelen deze schone kunst opnieuw tot bloei te brengen. Als voor de oude gewaardeerde hogeschool slechts half zoveel gedaan zou worden als voor wedrennen en jachten, dan zou het met de totale rijkunst voortreffelijk gaan en zou bovendien de paardenfokkerij wezenlijk groeien. De eerste vereiste echter om weer algemene interesse te wekken voor een kunstzinnige uitoefening van het rijden - en hieraan bij te dragen, is het hoofddoel van mijn boek - is dat al het stijve, gedwongen en pedante uit de kunst verbannen wordt, en het vooroordeel weggenomen dat de mens te paard een heel andere, vreemde houding en richting van het lichaam aan zou moeten nemen en het paard zich als een stijve hark onder hem moet bewegen. Immers, voor ruiter en paard is de rijkunst een gymnastiek, die ze in staat stelt het hoogst mogelijke niveau van ontwikkeling van lichamelijke kracht en behendigheid te bereiken en tentoon te spreiden."
(Steinbrecht, Das Gymnasium des Pferdes in: op. cit., p. 50)


Dat Steinbrecht hierbij ageert tegen contemporaine coarsing praktijken en pleit voor een terugkeer naar de oude meesters blijkt uit hetzelfde hoofdstuk:

Citaat:
"Het is betreurenswaardig dat een natie, warbinnen de liefde voor het paard algemeen is en die bij de fokkerij en opfok van paarden onbetwist de beste is, zo ontzettend ontrouw is geworden aan een kunst, die vroeger ook bij hen zo hoog in het vaandel stond. Want er is geen enkel ander land dat zo'n groter meester van de kunst en gedreven liefhebber van het edele paard heeft voortgebracht als Engeland met zijn wereldberoemde Duke of Newcastle."
(Steinbrecht, Das Gymnasium des Pferdes in: op. cit., p. 46-47)


Die terugkeer naar de traditionele dressuur wordt zelfs heel concreet wanneer Steinbrecht spreekt over het aanleren van de zit:

Citaat:
"De oude meesters zetten hun leerlingen op tot het hoogste niveau afgerichte paarden,n en wel direct tussen de pilaren zonder beugels en teugels. Hier was geen andere instructie nodig dan onbevangen te gaan zitten zoals men gemaakt is, zich goed breed te maken en dan de benen ongedewongen naar beneden te laten hangen.
In de beheerste, tactmatige beweging van de piaffe kwam de leerling spoedig dusdanig in contact met het paard, dat men kon overgaan tot de pesaden en de sprongen, waarin de ruiter dan leerde zitten door soepel mee te gaan met de bewegingen van het paard. Aldus voorbereid werd de leerling vervolgens, eveneens op een hogeschoolpaard, aan de longe genomen en leerde daar, nog steeds zonder teugels en beugels, in de voorwaartse beweging uitvoeren wat hij tussen de pilaren op één plek had ondervonden: het zich soepel voegen naar alle bewegingen van het paard, of kort gezegd de balans, waarop de goede en zekere zit veel meer gebaseerd is dan op de zo hoog gewaardeerde 'vaste greep'. Bij een dergelijke opleiding, waarbij door regelmatige opmerkingen van de instructeur ook de mooie vormen van de zit vanzelf naar voren komen, had de 'leerling van het begin af plezier in de lesen en legde voor de rest van zijn leven de basis voor het fijne ruitergevoel, de eigenschap die voor het paardrijden en vooral het actief rijden onontbeerlijk is. Onnodig te zeggen dat een dergelijke opleiding van de rekruten in het legger onmogelijk is, maar voor jonge mensen die zich beroepsmatig met de rijkunst willen gaan bezighouden, is dit de enige juiste weg."
(Steinbrecht, Das Gymnasium des Pferdes in: op. cit., p. 21)


Het mag duidelijk blijken dat tegen de tijd dat Steinbrecht schreef de dressuurkennis dermate was verzonken dat enig idee van een cummulatieve lineaire vooruitgang onhoudbaar is. De reden dat ik zo op Steinbrecht focus is omdat Steinbrecht kan gezien worden als de grondlegger van de Duitse traditie, die uiteindelijk (weliswaar, en dit moet ik benadrukken, indirect) zou leiden tot de Skala der Ausbildung.

Misschien zou je kunnen stellen dat we vanaf Steinbrecht wel degelijk opnieuw vooruitgang hebben geboekt in dressuurmatige praktijken. Maar ook op dat vlak pleit de geschiedenis tegen. Hoewel mensen als Steinbrecht onmiskenbaar een invloed hebben uitgeoefend, diende zijn werk geïntegreerd te worden in cavalerievoorschriften, die zoals reeds gesteld een heel wat generaliserende, formeler en pragmatischer karakter behoefde. Daarenboven leidde de mechanisatiegolf van de eerste helft van de twintigste eeuw ertoe dat paardenpraktijken werden gereduceerd tot sportpraktijken, die omwille van de militaire aard van deze sporten, volledig teruggingen op de cavalerievoorschriften. Het is trouwens omwille van die reden dat het concept van 'anlehnung' een effectief terugwerkende druk impliceert. Dit is een specifieke interpretatie van Steinbrechts werk die is gemaakt door Hans von Heydebreck in 1935, waardoor het idee van contact beduidend verschillend werd van welke andere vorm van paardenkunst waar ter wereld (een interpretatie die mijn inziens verkeerdelijk is, maar kan verklaard worden vanuit de noodzakelijkheden van een cavalerie). Wanneer we het dus hebben over zeer fundamentele en concrete rijtechnieken zoals bijvoorbeeld Anlehnung, dan is een dergelijke context geen historisch detail maar een centraal element van de discussie.

Leidde de sportpraktijk dan zelf tot een vooruitgang in de dressuur? Wel jammer genoeg moeten we vaststellen dat dit ook niet het geval was. De initiële regels van de dressuur zijn vastgelegd op basis van de verwachtingen die men stelde in de cavalerie en niet op basis van een bewuste reflectie over wat een gevorderde opleiding voor een paard diende te impliceren. Daarenboven is daardoor de sportdressuur bij aanvang gedetermineerd door de mechanische en uniform formele elementen die in de cavalerie gangbaar waren. Ten tweede heeft dressuur het inherente probleem van artificialiteit die moet worden gegoten in een set aan discrete regels die in concrete punten moeten worden gevaloriseerd en beoordeeld door juryleden (die vaak zelf uit de sportwereld komen en daarom zelf een bepaalde methode aanhingen en zouden verder stimuleren). Dat betekent dat er een inherente trend bestaat om eerder expressies eerder dan onderliggende kwaliteiten te valoriseren (dat laatste is immers heel wat moeilijker om in een objectief regelsysteem te gieten). Verder bestaat het gevaar dat een initieel klein verschil in valorisatie snel over een aantal jaren van herwerking van de regels (vaak door een commissie aan juryleden die voordien actief participeerden en juist door dat verschil in valorisatie hun carrière hebben gemaakt) verder wordt bestendigd en uitvergroot. Ten slotte heeft dressuur binnen het sportgebeuren geen externe doelstelling die de regels kunnen testen. De regels zijn in se artificieel en het is enkel via zeer doordachte en onderbouwde redenering dat wij kunnen nagaan of deze regels al dan niet steek houden en leiden tot het gewenste resultaat. In traditionele dressuur alsook in diverse andere paardengebruiken werd de dressuur, ook al was de kunst op zich het belangrijkste gegeven, steeds afgetoetst (de courses zijn daarvan een mooi voorbeeld). De nieuwe dressuurtrend als een onderdeel van 'working equitation' houdt daarom ook veel meer belofte in om een daadwerkelijke zuiverheid en technische vooruitgang te omhelzen. Het is overigens opmerkelijk dat een ruiter geschoold in de traditionele dressuur volgens de Portugese Lussitano academie, namelijk Pedro Torres, en zijn paard Oxidado (inmiddels meer dan twintig, maar nog in volkomen gezondheid), algemeen wordt erkent als de leidende persoon binnen deze nieuwe discipline.

Ten derde domineren zijn de specifieke sportpraktijken de algemene dressuurinzichten gaan bepalen. Daarin ligt een beduidend verschil tussen de Franse en Duitse traditie. De dressuurinzichten van de Franse Traditie (die aanvankelijk ook volwaardig competeerde in de vroege dressuursport) bleven sterk verbonden aan de école d'équitation te Saumur. Deze instelling die op zich voor haar levensvatbaarheid niet afhing van sportresultaten kon, weliswaar met een traditie van interne dialoog, een onafhankelijke visie op dressuur behouden (een visie die in de loop van de twintigste eeuw trouwens meer en meer is gaan teruggrijpen op de traditionele dressuur). De Duitse methode anderzijds werd bepaald vanuit de FN die zich volledig richtte op de paardenpraktijken die nog bestonden, met name de sportpraktijken. Het waren dan ook vooral mensen uit de dresuursport die verantwoordelijk waren voor de herinterpretatie van de Richtlinien en daarin de Skala der Ausbildung. Met andere woorden zat de vooruitgang in deze school van de dressuur niet zozeer in het algemeen aanscherpen van dressuurpraktijken, maar eerder in het afstemmen van de dressuurinzichten op de verwachtingen en regelgeving die binnen de sport werden gehanteerd.

Simpleman heeft overschot aan gelijk wanneer hij stelt:

Simpleman schreef:
Prof. dr. dierenarts en GP ruiter Rob van Wessum heeft in de jaren 90 wetenschappelijk vastgesteld dat er tijdens het dressuurrijden (GP) nauwelijks sprake is van gewichtsverplaatsing tussen voor en achter, toendertijd o.m. gepubliceerd in een groot artikel in de Hoefslag.


Dit is slechts één van diverse wetenschappelijke onderzoeken die hebben aangetoond dat er beduidend verschil is gegroeid tussen de initieel beoogde kwaliteiten van dressuur en de effectieve uitvoeringen op het hoogste niveau van de sport. Ook het werk van Dr. Gerd Heuschmann, Finger in der Wunde (2006), is ter zake hoogst relevant. In zijn boek reageert hij niet enkel op de nefaste werkingen van LDR (die weliswaar op sportvlak heel wat resultaat hebben neergezet), maar ook over het algemeen gebrek aan Lossgelassigeit en te sterk inwerkende handen verantwoordelijke voor de valse knik waaraan ook ruiters die werken volgens de Skala zich vaak schuldig maken (samen met Philippe Karl ben ik er ook van overtuigd dat dit een vrijwel inherent gevolg is van het concept rond Anlehnung dat nog steeds door de FN wordt gepromoot). Ook gewezen dressuurruiter van de eerste burgergeneratie merkt de tekortkomingen op. In zijn artikel "The controversy over "short and deep"", USDF Connection (2001), 36-38, maakt hij een opmerking die niet enkel op LDR van toepassing is, maar wel verklaart waarom de methode in een sportgebruik dat volgens FEI richtlijnen een ideale opleiding dient te representeren is kunnen doorbreken:

Citaat:
"This is the reason that almost no clear four-beat walks are seen in modern Grand Prix dressage competition. The walk has been completely "ridden away." What is intended to be the collected trot is actually working trot, because the rider knows that he must avoid a trot that is too passage-like because such a trot would be criticized. The canter is choppy from having been collected prematurely. The transitions are poorly done, and the horses' necks are too short. The judges must be strong in their scoring to reflect these mistakes when they occur."


Simplemans kritiek op de sportdressuur is dus volledig gegrond, maar ik kan bijgevolg niet begrijpen hoe hij net het dressuursysteem, de FN methode met daarin de Skala der Ausbildung, verdedigt dat aan de grond ligt van die sportpraktijken en er bij uitstek sterk door is gevormd.

Ik denk dat dit betoog uitvoerig en beargumenteerd heeft aangetoond dat de hedendaagse dressuur niet zozeer het product is van een cumulatieve lineariteit zoals beweerd door Simpleman. Het is een relatief onbewust product van een historische aaneenschakeling van evenementen en maatschappelijke processen waarin de paardenwereld in het algemeen en vooral de dressuur in het bijzonder het uitzonderlijk zwaar te verduren had. Het is het verhaal van het verdwijnen van de dressuur omwille van moderniseringsprocessen en nieuwe pragmatische paardrijdisciplines. Het is het verhaal van een reconstructie die echter vrede moest nemen met een pragmatische implementatie in voornamelijk de cavalerie. Het is het verhaal van een mechanische wereld met paardenarmoede die werd afgeslankt en bepaald door een sport die op drift is geraakt. Vanuit deze kennis kunnen wij begrijpen en verklaren waarom dressuur eruit ziet zoals ze nu is, maar we kunnen geenszins stellen dat deze dressuur nu een hoogtepunt in de geschiedenis uitmaakt.

Wij staan inderdaad op de schouders van reuzen, maar een ongegrond geloof in een inmiddels onbruikbaar concept als de Skala maakt ons blind om verder te kijken. Niettemin is het voor ons slechts een kwestie van onze ogen te openen. Wij zijn niet meer gebonden aan de strikte condities waarbinnen negentiende-eeuwse cavaleristen moesten opereren. Wij kunnen bewust een keuze maken voor een andere dressuur dan nu wordt voorstaan in sportpraktijken. De enige weg tot zo een bewustwording is door het werk verder te zetten waaraan meesters als Hotte, Steinbrecht of Holbein zijn begonnen, namelijk het beredeneerd en open bestuderen en vervolgens in de praktijk brengen van die rijke traditie, eerder dan het blijven rondcirkelen in de beperkte zwemvijver van één specifiek systeem. De twintigste eeuw kende trouwens al zo een pionier, misschien wel één van de grootste dressuurmeesters ooit, die net vanuit zo een Multi-perspectief benadering de dressuur wederom tot lang ongeziene hoogtes wist te dragen: namelijk in de persoon van Nuno Oliveira. Hij oversteeg de paradox tussen de Duitse en Franse school met diep respect voor de oude meesters en de oude tradities. Laat ons daarom het debat rond een dressuurmatige opleiding niet meer vasthechten aan de Skala, daar bestaat immers geen enkele legitimering voor, maar juist voeren vanuit de diverse perspectieven waarover wij kunnen beschikken. Dat geeft ons de vergelijkende middelen om te komen tot de echte essentie van de zaak:

1. Welke kwaliteiten hebben wij nodig om onze paarden 'blij' op te leren en waarom (die laatste vraag is waar het allemaal mee begint).
2. Welke methodes hebben wij ter onzer beschikking.
3. Hoe en wanneer passen wij deze methodes toe (de 'wanneer' vraag is minstens even belangrijk, aangezien dat net het verschil maakt tussen organische, adaptieve methodes of mechanisch, formele methodes)

Simpelman
Berichten: 4155
Geregistreerd: 24-03-13

Link naar dit bericht Geplaatst: 24-08-15 19:52

Beste XavierB,
Dat wat ik als het Skala der Ausbildung beschouw is de onderstaande tekst.
Ik heb geen enkele behoefte anders dan inhoudelijk op die tekst in te gaan en dan wel met argumenten en niet met meningen of citaten van anderen.
De tekst van het skala is, zoals ik al eerder melde, voor mij direct verbonden aan het al genoemde oude FEI art 401, het doel van de dressuur en e.e.a. kunnen we bediscussiëren in het topic "Dressuur-rijkunst-discussie-foto-film-beoordeling".
Dit verband omdat ik geleerd en ervaren heb, uit eigen ervaring en heb gezien dat vele anderen dezelfde ervaring hebben, dat bovenstaande (steeds binnen het kader van het FEI art) tot optimaal bevredigende resultaten leidt.
De tekst is de interpretatie van iemand, maar het gaat om de intentie van de inhoud.

Drie stadia, zes hoofdbegrippen

In de Duitse rijkunstige theorie worden drie stadia in de scholing van een paard beschreven.
Het eerste stadium is de gewenningsfase, de fase dat een jong, groen paard moet leren wennen aan het ruitergewicht op zijn rug en daarin zijn evenwicht moet zien te vinden. In die eerste fase staan de takt en Losgelassenheit centraal. Losgelassenheit is een Duits begrip dat neerkomt op ontspannen (losgelatenheid).
In het tweede stadium van de scholing heeft het paard al een horizontaal evenwicht onder de ruiter bereikt en is het streven er op gericht het achterbeengebruik te stimuleren en het horizontale evenwicht nog meer te bevestigen. In de gemiddelde twee jaar staan de aanleuning en de Schwung op de voorgrond.
De derde fase van de scholing van een paard is de moeilijkste. In deze fase moet de draagkracht worden ontwikkeld. Het paard moet zijn evenwicht van een horizontaal evenwicht gaan verplaatsen naar een evenwicht op de achterhand. Bij deze fase van de scholing horen de begrippen recht richten en verzamelen.
Hier onder worden de zes hoofdbegrippen takt, Losgelassenheit, aanleuning, Schwung, recht richten en verzameling besproken.
Takt
Het eerste steeds terugkomende basisbegrip in de dressuurscholing is takt. Het paard heeft drie basisgangen, de stap, draf en galop. Elke basisgang heeft zijn eigen takt, met een opeenvolging van stappen (stap), passen (draf) of sprongen (galop). Takt wil dus zeggen: het eigen zuivere ritme van de beweging. De stap is eens schrijdende en schwungloze gang, de draf en galop zijn beide bewegingen met schwung en met een zweefmoment. De zuivere takt is zo'n belangrijke basis voor de scholing van een paard, dat deze nooit verloren mag gaan. Niet bij een jong paard, niet bij een verder doorgereden paard. Op geen enkel moment tijdens het rijden.
Losgelassenheit
Losgelassenheit is een synoniem voor losheid, souplesse en ontspanning. Het bevestigen van de zuivere takt en het streven naar ontspanning (Losgelassenheit) zijn de voornaamste trainingsdoelen van de gewenningsfase, de eerste anderhalf jaar van de scholing. Als je werkt aan de zuivere takt in het begin, stel je het paard in staat om in balans te gaan onder de ruiter. Dan kan het paard gaan swingen, voorwaarde voor de Losgelassenheit. Takt en Losgelassenheit beïnvloeden elkaar wederzijds. Een paard kan alleen in zuivere takt gaan, als de rug swingt en de spieren van de hals en rug zich zonder dwang aanspannen en ontspannen. Bij een ontspannen gaand paard, buigen en strekken de gewrichten van het paard zich gelijkmatig en ziet het paard er tevreden uit.
Aanleuning
Aanleuning is een veerkrachtige verbinding die ontstaat nadat het paard in nageeflijkheid voorwaarts en eventueel neerwaarts gereden wordt. De aanleuning, aangenomen door het paard op de ruiterhand, mag noch te zwaar, noch te licht zijn. Het gewicht van de aanleuning wordt bepaald door het evenwicht van het paard en daarbij de graad van africhting of verzameling. Een goede aanleuning heeft altijd een wisselwerking met de al besproken begrippen takt en volledige ontspanning (Losgelassenheit) en met de nog te bespreken begrippen Schwung, recht richten en verzameling. Dit alles bij elkaar heeft als resultaat dat het paard fijn te rijden is.
Aanleuning komt echter niet alleen tot stand door een veerkrachtige verbinding tussen ruiterhand en de mond van het paard. Er zijn meerdere contactpunten van belang om tot een goede aanleuning te komen, namelijk een voortdurend contact met jouw been en het paard en je zit (met je zit heb je contact met het paard en geef je hulpen, die door het paard beantwoord kunnen worden). Het derde contactpunt is vervolgens het teugelcontact, waaruit de aanleuning van de mond en de ruiterhand ontstaat. Deze drie punten samen bepalen dan de kwaliteitsvolle aanleuning die tot een volkomen harmonie en begrip van paard en ruiter leiden.

Schwung
Schwung is het doorgaan van de energieke impuls van de achterhand naar de totale voorwaartse beweging van het paard. Een paard beweegt schwungvol wanneer hij zijn benen energiek optilt en in het zweefmoment met zijn ledematen goed naar voren doorswingt.
De ruiter begint met impuls te rijden: de door de ruiter opgewekte en volkomen beheerste voorwaartse drang. Het echte mooie losse en swingende bewegen door het lijf ontwikkelt zich uit deze impuls. Schwung wordt bereikt door het activeren van het achterbeen. Een ruiter activeert de achterbenen door het rijden van veel korte tempowisselingen en overgangen. Veel ruiters denken dat Schwung, de swingende beweging van het paard met een losgelaten rug, iets aangeborens is van het paard. Bij een goede basisopleiding van een paard kun je wel degelijk de Schwung ontwikkelen. Het echte swingen, het imponeren met losse, soepele bewegingen, staat niet op zichzelf. Het hangt nauw samen met een fijne takt en aanleuning. En met de losheid en ontspanning van een paard.

Recht richten
Wanneer de takt, ontspanning, aanleuning en Schwung bij het jonge paard redelijk bevestigd zijn, wordt het tijd voor een volgende stap: het ontwikkelen van meer evenwicht op de achterhand. Als eerste aandachtspunt hiervoor geld het recht richten. Het recht richten is een essentiële voorwaarde voor verzameling en het echte dragen van het paard. Een paard is van nature niet recht. De heupen van het paard zijn breder dan de schouders, wat ervoor zorgt dat het paard geneigd is om met zijn buitenschouder en buitenheup aan de wand te kleven: het paard gaat scheef. Daarnaast heeft elk paard van nature een gemakkelijke kant. Een ruiter moet deze scheefheid proberen weg te trainen door het juiste werk. Een scheef paard kan nooit in balans gaan: de kracht komt niet optimaal van achter naar voren door.
De bewegingsimpuls van het paard moet vanuit de achterhand komen. Elke manier van hulpen geven die van voor naar achteren werkt, is beslist fout. Een recht gericht paard is recht op een rechte lijn, en zoveel gebogen op de gebogen lijn als die lijn van hem vraagt.
Wie goed nadenkt over het natuurlijke scheef gaan bij een paard begrijpt dat een ruiter vanuit de achterhand moet denken en steeds bezig moet zijn om de voorhand weer voor de achterhand te plaatsen. De belangrijkste oefening voor het verbeteren van de draagkracht en het recht richten is altijd het rijden van schouderbinnenwaarts. In een correcte schouderbinnenwaarts treedt het binnenachterbeen in het spoor van het buitenvoorbeen. Door het naar binnen brengen van de voorhand maak je het paard niet naar de andere kant scheef, maar juist recht omdat de achterhand nu geactiveerd wordt en zich niet meer kan onttrekken aan een dragende werking.
Verzameling
Met behulp van de Schwung en het recht richten is het mogelijk een paard te motiveren om meer gewicht op zijn achterhand te gaan dragen. Dat dragen van meer gewicht op de achterhand heet verzameling. Beide achterbenen worden gelijkmatig in de richting van het zwaartepunt van het paard opgetild en weer neergezet. Door de toenemende kracht van het paard kan het paard zich meer gaan buiden in zijn gewrichten van de achterhand (Hankenbiegung). De croupe van de achterhand daalt daardoor iets, de oprichting in de voorhand neemt tegelijkertijd toe. De drafpassen of galopsprongen van het paard worden door het toegenomen buigen en strekken van de gewrichten van de achterhand meer verheven.
Het einddoel: Durchlässigkeit

In de rijkunstige theorie staat de term Durchlässigkeit beschreven als iets om voortdurend naar te streven en als einddoel van de dressuurscholing. Durchlässigkeit is een moeilijk te vertalen Duitse rijkunstige term, die zo ongeveer volledige souplesse en het steeds volkomen doorkomen van alle hulpen betekend. Het verkrijgen van Durchlässigkeit is dus het doel van alle trainingsarbeid. Het mag dan misschien een moeilijk woord zijn, de bedoeling is simpel. Het gaat er om dat het paard nergens strak of stijf is. Dat het paard zich nergens vasthoudt in zijn spieren en gehoorzaam en soepel steeds luistert naar de hulpen van de ruiter. Hij 'laat' de hulpen als het ware 'door': Durchlässig.

XavierB

Berichten: 228
Geregistreerd: 11-04-14
Woonplaats: Gent

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-08-15 22:22

Beste Simpleman,

mag ik je in eerste instantie hartelijk danken voor deze toelichting. Ik denk dat dit eindelijk klaarheid schept in welke methode je voorstaat. Laat ons daarom nu ook een kat een kat noemen, wat jij voorstelde was wel degelijk de FN methode, of noem het "de Duitse rijkunstige theorie ". Mag ik je overigens feliciteren met het citaat van "de interpretatie van iemand" die inderdaad heel treffend de algemene lijnen van de Duitse methode en de Skala der Ausbildung omschrijft (misschien is het wel netjes om even de referentie naar die persoon mee te geven).

Ik begrijp echter niet goed waarom je aanvankelijk een rookgordijn opwierp door te stellen dat

Simpleman schreef:
Wat zou dat moeten zijn de Skala methode?
Het Skala der Ausbildung is precies wat de titel aangeeft een (verglijdende) schaal bij de africhting van het paard, het is geen methode, simpel gezegd is het een omhulsel dat zou kunnen passen als begeleiding bij totaal verschillende methodes.


In de uitleg die je nu geeft, maak je duidelijk dat de Skala inderdaad geen omhulsel is waarin je diverse methodes kunt omvatten, maar het structurele totaaloverzicht is van de Duitse rijkunstige theorie, die is opgebouwd uit drie fasen met zes hoofdbegrippen (ik duid ze aan als kwaliteiten, want daar gaat het in essentie om, niet?). Overigens een duidelijk voorbeeld van een 'methode'. Voor alle duidelijkheid bedoel ik daarmee niet dat jij de andere methodes in hun geheel afwijst (hoewel ik de indruk krijg dat je niet hoog oploopt met traditionele dressuurvormen). Ik begrijp dat waar andere methodes aansluiten bij de Skala der Ausbildung, jij die graag aanvaardt.

Ik kan zelfs jouw uitgangspositie begrijpen dat jij vindt dat "De tekst van het skala is, zoals ik al eerder melde, voor mij direct verbonden aan het al genoemde oude FEI art 401, het doel van de dressuur en e.e.a. kunnen we bediscussiëren in het topic "Dressuur-rijkunst-discussie-foto-film-beoordeling"." Ik zal dan ook in dat originele topic een post maken met een aantal meer concrete punten rond dressuur. Waar ik wel problemen mee heb is dat voor jou de discussie ook onmiddellijk wordt gelimiteerd tot de Skala der Ausbildung, daar je stelt "Ik heb geen enkele behoefte anders dan inhoudelijk op die tekst in te gaan en dan wel met argumenten en niet met meningen of citaten van anderen." Dat impliceert het a priori afwijzen van iedere andere vorm dressuur of methode die niet overeenstemt met de Skala zonder enige vorm van analyse of argumentatie. Ik kan je uiteraard niet dwingen om andere perspectieven in overweging te nemen, maar ik stel mij wel vragen bij een dergelijke houding. Het lijkt erop dat de 'Skala' een soort van dogmatisch idee wordt waar iedere vorm van twijfel als een ketterij naar de brandstapel dient verwezen te worden. Persoonlijk behoudt ik een kritische houding ten aanzien van alles wat ik denk of doe en stel daarom ook alles blijvend in vraag (zonder daarom van niets overtuigd te zijn uiteraard). Zeker wanneer het aankomt op iets complex en variabel, maar tegelijkertijd waardevol als de geest en het lichaam van een paard.

Ten slotte zal ik je wel moeten teleurstellen op één punt. Ik zal blijvend gebruik maken van de citaten van anderen. In tegenstelling tot de zelfperceptie die je mij toe-eigende, moet ik bekennen dat ik mijzelf niet zo slim acht. Daarom maak ik gretig gebruik van de kennis en kunde van meer onderlegde en kundige mensen dan mijzelf (ook al ben ik vaak niet met alles akkoord wat zij stellen). Het contrasteren van hun stellingen en argumenten vormt immers voor mij een eindeloze bron van inzicht en inspiratie. Maak je echter geen zorgen, als je goed leest dan merk je dat die citaten vaak argumenten bevatten en ik probeer er steeds goed op te letten dat ik de nodige referenties meegeef. Daar vind je in het lang en het breed de gehele argumentering terug die deze mensen ontplooien. Je mag gerust zijn, de citaten omvatten zelden enkel maar meningen (tenzij ik ze juist gebruik om een perceptie weer te geven). Voortbouwend op hun diepe wijsheid en kunde zal je overigens mijn eigen betoog tussen de citaten in kunnen lezen. In deze post ging ik echter niet op de dressuurtheoretische aspecten, maar ontwikkelde ik een historisch betoog waarin duidelijk wordt dat we de Skala moeilijk kunnen beschouwen als de culminatie van een historisch progressief proces. De meer dressuurtechnische argumenten zal ik aanleveren in het origineel topic. Ik kijk alvast uit naar een heel productieve discussie over die punten.

Askja

Berichten: 5263
Geregistreerd: 13-11-01
Woonplaats: De Punt

Link naar dit bericht Geplaatst: 27-08-15 12:35

Dank voor je uitgebreide en zeer interessante betoog XavierB! Ik ga het uitprinten en in alle rust nog eens bestuderen voordat ik er inhoudelijk op reageer. Ik vind namelijk dat je een aantal wezenlijke pijnpunten aankaart m.b.t. het Skala.

cherie78
Berichten: 3284
Geregistreerd: 26-06-07

Link naar dit bericht Geplaatst: 31-08-15 20:53

Zeer leerzaam, XavierB :j

Simpelman, hoe kan een paard takt, ontspanning, aanleuning en schwung ontwikkelen als het nog niet "rechtgericht" is?
Het stukje wat betreft het van nature niet "recht" zijn, is in mijn ogen niet helemaal correct.
Het is ook niet voor niets dat het gebruik van de "tweede" hoefslag voorkeur geniet boven de "eerste" hoefslag.

Simpelman
Berichten: 4155
Geregistreerd: 24-03-13

Re: De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Link naar dit bericht Geplaatst: 31-08-15 21:03

Het Scala is niet een stappenplan maar een verglijdende schaal, maar niets werkt zonder dat het voorgaande is bevestigd.
Recht richten is het gelijkmatig ontwikkelen van beide zijden, dit wordt vaak verward met recht stellen.
Om beide zijden gelijkmatig te kunnen ontwikkelen hebben we de impuls die in de Schwung opgewekt wordt nodig.

cherie78
Berichten: 3284
Geregistreerd: 26-06-07

Link naar dit bericht Geplaatst: 31-08-15 21:10

Simpelman schreef:
Het Scala is niet een stappenplan maar een verglijdende schaal, maar niets werkt zonder dat het voorgaande is bevestigd.
Recht richten is het gelijkmatig ontwikkelen van beide zijden, dit wordt vaak verward met recht stellen.
Om beide zijden gelijkmatig te kunnen ontwikkelen hebben we de impuls die in de Schwung opgewekt wordt nodig.


Daarom kan het één niet zonder het ander.
Ik weet niet wat je precies bedoeld met "verglijdende schaal"?

Het één kan niet bevestigd worden zonder het ander. De oefeningen die met een jong paard gereden worden zijn er om alle punten die het Skala benoemd te "oefenen".

Simpelman
Berichten: 4155
Geregistreerd: 24-03-13

Re: De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-09-15 05:48


ART_UMA

Berichten: 2112
Geregistreerd: 20-09-03
Woonplaats: Delft

Link naar dit bericht Geplaatst: 05-09-15 20:36

Misschien interessant voor de discussie: http://www.horsemagazine.com/thm/2015/0 ... e-judging/

In her artikel wordt ingegaan op objectief beoordelen van proeven, maar er wordt ook gekeken naar de relatie met het scala:
mcLean schreef:
The FEI scale (formerly the German Scale) that is the basis of the judging rules is not sufficiently scalar in that some of the steps of that scale do not lead to the next one. When first described in the HDV 12 (German military handbook) last century, the elements of the scale weren’t written as a scale then .... the Training Scale has achieved ‘Ten-Commandments’ status, so it has never been subject to peer review, .... yet most judges and most trainers swear by it. .... There the opposition evaporated and turned into agreement that yes, the scale is a great set of directives, which it is. But it isn’t a scale.”

Het scala kent een aantal definities (historisch gevormd) welke wel een waarde hebben, maar dat is niet gelijk een (traingings)schaal.

Scala training scale (afbeelding uit bit artikel van Anky: Stop het skala :+ )
Afbeelding
mclean heeft een aantal voorbeelden, waarin hij aangeeft waarom het volgens hem niet logisch (genoeg) is:
mcLean schreef:
“Let’s look at an obvious example – How can ‘straightness’ be positioned after ‘impulsion’? How can a horse be powerful and impulsive if its hindlegs are eccentric to its forelegs i.e. the hindlegs are not following the forelegs on the same line? How can straightness be after contact? If the horse is not straight how can the contact be even – and what use is contact if it is uneven? ..., then they have to see straightness as a subset of an even more crucial first step, rhythm. In training, as rhythm develops, the horse becomes straighter which adds weight to the argument that the two should be adjacent on the scale.”

“The most powerful evidence for straightness being a subset of rhythm comes from biomechanics. The lack of straightness, i.e. crookedness, is largely a function of laterality, and to a smaller extent asymmetry.... So if a trainer focusses on making the diagonal pairs as even as possible (slowing the running pair a little more than the other one and quickening the stalling pair, then the horse straightens and can come into a perfect rhythm. So rhythm and straightness are actually inseparable. If straightness were moved to be following rhythm then I think this makes sense.”

“Contact would then be in the right place just after straightness. When a horse is in self-carriage in rhythm and straightness, the rein, leg and posture aids achieve a more sophisticated subtlety which assists in the development of Contact. It is at this level where the physical development of the horse can now proceed via the continuum of impulsion through to collection.


Het komt samen in de volgende afbeelding:
Afbeelding

Ik kan wel leven met deze trainingsschaal, het staat de definities van het scala niet in de weg, maar maakt het wel makkelijker te begrijpen. Als ik terug denk aan het aanleren van oefeningen, dan is dat niet anders, bv op hulpen aangalopperen oid. De eerste keer is er misschien harder draven / aangaan in galop (eerste uitvoering), dat evolueert in aanspringen op de hulpen (gehoorzaam), dan bv zonder te versnellen (takt, regelmaat), dan ook nog recht, dan ook nog bergop / door het lichaam / constante aanleuning / verzameling etc.

De grootste discussie is natuurlijk de laatste stap, waar ook "trainings level" bij staat, want als de basis goed is (gehoorzaam, taktvol, recht) zijn alle voorwaarden er om meer verzameling te realiseren (als het goed is) als gevolg van trainen.

Ik denk dat de door mclean en andere (modern of juist ouderwets ala Baucher?) aangevoerde manier van trainen in de zin van pressure / release de beste methode is, maar dat is een andere discussie.

moorcats

Berichten: 353
Geregistreerd: 04-05-11
Woonplaats: Zaandam

Re: De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 01:22

Imo ben je, als je het paard met de juiste takt, losgelatenheid,aanleuning, impuls en schwung kan laten lopen, al op het punt van rechtgerichtheid aan gekomen, dwz rechtgerichtheid bekom je door te werken aan de eerste vier punten, nl een niet rechtgericht paard kan niet in balans gaan, die balans bereik je door een zuivere takt, gelijkmatige aanleuning op twee teugels, losgelatenheid aan beide zijden van het paard, impuls vanuit een ondertredende achterhand die krachtig afzet en daardoor schwung creert met verende gewrichten en correct aan- en ontspannende spieren. Vandaar de glijdende schaal; het een kan niet zonder het ander. Je zal zal geen zuivere takt zien als het paard een kant meer vasthoudt, (dus ook niet recht is) geen schwung zonder impuls. Als alles bevestigd is en het paard sterk genoeg, kun je die rechtgerichtheid gaan bevestigen door beide achterbenen gelijkwaardig te laten dragen, waarna correcte verzameling kan worden verkregen. Dus ik denk niet omdat het pas op het vijfde treetje staat, dat je dan pas met rechtrichten begint, daar was je al de hele tijd mee bezig, maar dan kan je het perfectioneren voordat je met de verzameling begint. Ik vind het Skala een logische beredenering van de opleiding van een paard.

Simpelman
Berichten: 4155
Geregistreerd: 24-03-13

Re: De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 07:28

HA!

ART_UMA

Berichten: 2112
Geregistreerd: 20-09-03
Woonplaats: Delft

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 14:50

moorcats schreef:
Imo ben je, als je het paard met de juiste takt, losgelatenheid,aanleuning, impuls en schwung kan laten lopen, al op het punt van rechtgerichtheid aan gekomen, dwz rechtgerichtheid bekom je door te werken aan de eerste vier punten, nl een niet rechtgericht paard kan niet in balans gaan, die balans bereik je door een zuivere takt, gelijkmatige aanleuning op twee teugels, losgelatenheid aan beide zijden van het paard, impuls vanuit een ondertredende achterhand die krachtig afzet en daardoor schwung creert met verende gewrichten en correct aan- en ontspannende spieren. Vandaar de glijdende schaal; het een kan niet zonder het ander.
Als iets een glijdende schaal heeft, is er blijkbaar een causaal verband: "wet van oorzaak en gevolg". Niets mis mee, maar dat wil niet direct zeggen dat het omkeerbaar is, hetgeen bij een "gewone" schaal, zoals een weegschaal oid, wel het geval is.

Dus ja, met je verhaal van takt, losgelatenheid etc ben je al op het punt van rechtgerichtheid aangekomen, maar omgedraaid bij een scheef paard is dat hele rijtje terug te brengen tot maar een paar of laat ik zeggen een aantal zoals uit dat rijtje helpen niet gelijk om je paard recht te maken, ze hebben wel een recht gericht paard nodig om te verbeteren. Dat is eigenlijk het verschil tussen het scala en dat van mclean.
moorcats schreef:
Je zal zal geen zuivere takt zien als het paard een kant meer vasthoudt, (dus ook niet recht is) geen schwung zonder impuls.
Wat is het kip en wat is het ei, met andere woorden, volgens mclean, moet je eerst zorgen dat de takt verbeterd, waardoor hij rechter wordt, en niet 'recht stellen' waardoor hopelijk de takt verbeterd. Je ziet bij gehoorzaamheid (voor rhythm) "lightness, one light aid per movement", dit is de voorwaarde voor impuls, nl reactie op een (lichte) hulp. Schwung is zo'n woord waar je geen ruk aan hebt in training, het wordt wel vertaald als "de ziel van de beweging", dat ontstaat als het allemaal goed gaat, maar je kunt er an sich niet op trainen.
moorcats schreef:
Als alles bevestigd is en het paard sterk genoeg, kun je die rechtgerichtheid gaan bevestigen door beide achterbenen gelijkwaardig te laten dragen, waarna correcte verzameling kan worden verkregen. Dus ik denk niet omdat het pas op het vijfde treetje staat, dat je dan pas met rechtrichten begint, daar was je al de hele tijd mee bezig, maar dan kan je het perfectioneren voordat je met de verzameling begint. Ik vind het Skala een logische beredenering van de opleiding van een paard.
Ik denk niet dat je de rechtgerichtheid gaat bevestigen, volgens vele toppers is dat namelijk iets dat altijd aandacht vraagt, waar ik het mee eens ben is dat je rechtheid nodig hebt voor verzameling, en dat als bij meer dragende oefeningen je paard weer schever wordt, dan moet je daar weer naar terug (dus ook hier omkeerbaar).

moorcats

Berichten: 353
Geregistreerd: 04-05-11
Woonplaats: Zaandam

Re: De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 15:14

Natuurlijk zal je altijd terug kunnen (moeten)keren naar een ander (vorig) stadium. Het bevestigen bedoel ik ook niet als: klaar, behoeft geen aandacht meer. Je blijft altijd checken of alles voor elkaar is. Elke dag weer als je erop stapt, ga je die verschillende fases door, met soms wat meer nadruk op het een of het ander. Je paard geeft aan waar het behoefte aan heeft, soms lijk je wat te blijven hangen in een bepaalde fase, dan is het goed om na te gaan of een stapje terug voor meer bevestiging kan zorgen.

ART_UMA

Berichten: 2112
Geregistreerd: 20-09-03
Woonplaats: Delft

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 15:41

moorcats schreef:
Natuurlijk zal je altijd terug kunnen (moeten)keren naar een ander (vorig) stadium. Het bevestigen bedoel ik ook niet als: klaar, behoeft geen aandacht meer. Je blijft altijd checken of alles voor elkaar is. Elke dag weer als je erop stapt, ga je die verschillende fases door, met soms wat meer nadruk op het een of het ander. Je paard geeft aan waar het behoefte aan heeft, soms lijk je wat te blijven hangen in een bepaalde fase, dan is het goed om na te gaan of een stapje terug voor meer bevestiging kan zorgen.

Het verschil is ook niet zo groot, maar wat mij vooral triggerde aan de schaal van McLean is dat het mij beter past qua aanleren; hoe leer je een paard een oefening. Wat mij dan erg past is vanaf het begin toe werken naar lichte hulpen en zelf houding, een beetje de filosofie van Phillipe Karl. Lichte hulpen en reactie daarop, voor een groot deel in stand gehouden door je paard. Als het eenmaal enigszins bevestigd is, zijn het meer nuances die in elkaar over lopen.

Maar is daar ineens een probleem, en moet je even achter je oor krabbelen over hoe lossen we dit nu op / hoe is 'dit' er nou weer ingeslopen?? Dan is een populaire uitspraak "terug naar de basis" en dat is voor mij toch die eerste paar stappen: is er de goede reactie op een kleine hulp, is het allemaal in takt en regelmaat, dat kan nog met spanning zijn, is er tempo controle (niet alleen vooruit op een hulp, maar ook terug of even belangrijk, wachten op de baas), kunnen we het rechtgericht doen (voltes netjes volgens de lijn), zo niet kunnen we het oplossen met meer reactie... Tja dat klinkt haast als losrijden, de basis :D Je kunt ditzelfde ook in termen van het FN / FEI scala beschrijven, maar voor mij heeft het scala de ballast van hard (in)werken, opdat later "aan het einde van de tunnel" er ineens lichtheid en harmonie is. Ongetwijfeld fout, maar dat heette toen ik leerde paardrijden "klassiek".

Simpelman
Berichten: 4155
Geregistreerd: 24-03-13

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 15:46

Het Scala is een verglijdende schaal waarbij niets werkt zonder dat het voorgaande bevestigd is.
We hebben nu alleen nog maar wat intelligentie nodig om in te zien wat daarmee bedoeld wordt.
Beginnen met de tact van Mc Lean zal niet werken.
Een paard dat niet losgelaten is kan niet in tact gaan.
Tact en losgelatenheid horen daarmee bij elkaar.
Een paard wordt rechter door dat het zich los laat en gaat daardoor beter in tact lopen.
Alles zit in elkaar, maar toch, recht richten zonder losgelatenheid kan niet.
De Schwung verder ontwikkelen ook niet.
Recht richten zonder aanleuning en nageeflijkheid ook niet.
Aanleuning zonder tact en losgelatenheid, nope.
Nageeflijkheid zonder aanleuning.....
Verzameling zonder nageeflijkheid.....

ART_UMA

Berichten: 2112
Geregistreerd: 20-09-03
Woonplaats: Delft

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 16:26

Simpelman schreef:
Het Scala is een verglijdende schaal waarbij niets werkt zonder dat het voorgaande bevestigd is.
We hebben nu alleen nog maar wat intelligentie nodig om in te zien wat daarmee bedoeld wordt.
Beginnen met de tact van Mc Lean zal niet werken.
Een paard dat niet losgelaten is kan niet in tact gaan.
Tact en losgelatenheid horen daarmee bij elkaar.
Een paard wordt rechter door dat het zich los laat en gaat daardoor beter in tact lopen.
Alles zit in elkaar, maar toch, recht richten zonder losgelatenheid kan niet.
De Schwung verder ontwikkelen ook niet.
Recht richten zonder aanleuning en nageeflijkheid ook niet.
Aanleuning zonder tact en losgelatenheid, nope.
Nageeflijkheid zonder aanleuning.....
Verzameling zonder nageeflijkheid.....

We hebben alleen wat ruimdenkendheid nodig om te doorzien.
mcLean begint daarbij ook niet met takt, daarvoor zit al gehoorzaamheid op een lichte hulp.

Losgelatenheid is denk ik meer een vertaling van durchlassig in de zin van het doorlaten van hulpen. Let wel dat durchlassig niet in de piramide staat van het scala, maar iets dat verbeterd, net als evenwicht. Ik zou hiermee je opmerking een stropop redenering kunnen noemen.
Laat gezegd zijn dat je betoog met betrekking tot durchlassig / losgelatenheid zeker niet in strijd is met de scale van mcLean. Voor een deel is het 't resultaat van ontspanning (metaal), voor een deel is dat gehoorzaamheid en reactie, wat beter wordt met tact en rechtgerichtheid. Dus daar zijn we het over eens.

Als je met losgelatenheid ontspanning bedoelt?
Ontspanning vindt ik zowat het moeilijkste wat er is, je kunt "een paard wel naar het water brengen, maar niet dwingen te drinken." Je kunt hier wat mij betreft voorwaarden voor scheppen, maar je kunt geen hulp geven: Ontspannen, nu! En snel een beetje }> Het is wat mij betreft meer het gevolg van trainen als een trainingsstap opzichzelf. Vaak komt ontspanning pas na enige inspanning. Sommige noemen de ontspannings fase nog het verschil in opbouw van een trainingsuur, eerst onstanning, inspanning, cooling down etc.
Ja ontspanning is belangrijk, maar tegen jou gezegd, in Aken weer zat gezien waar dat nog wel een verbeterpuntje is.

Simpelman
Berichten: 4155
Geregistreerd: 24-03-13

Re: De Skala der Ausbildung en hedendaagse dressuur: perspectief

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 16:58

Dûrchlassigheit is datgene wat we bereiken wanneer alle punten uit het Scala bevestigd zijn en dus ineen vloeien, het is niet hetzelfde als losgelatenheid.
Logelatenheid is een geestelijke staat die zich uit in een lichamelijke.
Losgelatenheid ontstaat vanuit vertrouwen, de eerste fase van de omgang die gewoonlijk overgeslagen wodrt.

XavierB

Berichten: 228
Geregistreerd: 11-04-14
Woonplaats: Gent

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 06-09-15 20:44

ART_UMA wat een leerrijke post. Ik ben blij om te zien dat er ook nog mensen zijn die de moeite nemen om iets te lezen en dat inzichtelijk verwerken en aanbieden. Ik had dit artikel van Andrew McLean nog niet gelezen (ik heb echter heel wat wetenschappelijke publicaties).

Met betrekking tot de inhoud van de Skala heb ik reeds een post gemaakt (http://www.bokt.nl/forums/viewtopic.php?f=105&t=1847520&start=2600). Ik vind het een afgrijselijk verwarrend gegeven, daar het al te vaak is geherinterpreteerd. Sommige blijven het een trainingsschaal noemen, anderen beschouwen het als een lineaire hiërarchie aan kwaliteiten (die dus in iedere trainingsfase aan bod komen).

Een trainingsmethode behoeft natuurlijk een chronologische lineariteit. Niettemin kan wat je precies doet variëren van paard tot paard. Laat mij een voorbeeld geven. Een impulsief paard heeft een voorwaartse energie, maar zal vaak in de impulsiviteit zijn balans verliezen. Hier is dan rechtheidstraining zeer belangrijk (zelf al boeten we initieel wat in aan impulsie). Het werken op cirkels is bijgevolg een zeer belangrijk element voor dat soort paarden. Omgekeerd zal een paard met gebrek aan impulsie steeds in een voorwaartse beweging moeten blijven gestimuleerd worden. Het regelmatig gebruiken van rechte lijnen is bij dergelijke paarden zeer belangrijk. Eigenlijk is hetgeen wat ik zeg ook niet nieuw. De patronenrijkdom in het werk van Salamon de la Broue zijn Cavalarice impliceerde niet oefeningen die ieder paard moest doorlopen, maar effectief diverse patronen voor diverse types paarden (met grote nadruk op de relatie tussen het 'temperament' en de fysieke beweging). Jammer genoeg zijn deze lessen verloren gegaan (de reden daarvoor schrijf ik neer in mijn initiële post).

Niettemin zijn twee kwaliteiten absoluut prioritair (hoewel je deze ook niet ten volle kunt loskoppelen van het fysieke, zeker niet wanneer we beginnen rijden): namelijk een zekere basisontspanning (mentaal en fysiek) en vervolgens het opzetten van een communicatie door conditionering (daarin geef ik McLean overschot van gelijkt, hij heeft overigens in een artikel samen met McGreevy in 2010 het belang daarvan aangeduid (dat wordt momenteel hevig besproken in een topic over de aanleuning).
Zonder communicatie hebben we immers niets om ook maar te beginnen aan het fysieke werk. Voor mij is wat ik bestempel als connectie dan ook de meest belangrijke kwaliteit.

Het enige wat ik wel wat mis, is meer aandacht voor het fysieke aspect. Zo spreekt hij over 'self-carriage' in de derde fase, maar echte self-carriage kan onmogelijk voor straightness komen (wat ik definieer als de correcte verdeling van het gewicht over de vier kwartieren). Overigens zie ik moeilijk in hoe zonder het 'contact' via bit, teugel, been, zithulpen de oefeningen om deze rechtheid te bestendigen (zoals schouder binnen of travers) kunnen gecommuniceerd worden.

Met betrekking tot kwaliteiten denk ik dat ieder lineair systeem feilbaar is. Bijvoorbeeld ik spreek graag over de fysieke driehoek met fundamentele kwaliteiten als rechtheid, impuls en verzameling. Daarnaast beschouw ik vertrouwen en ontspanning als fundamentele kwaliteit, ontspanning in fysieke (en daarmee verbonden mentale effecten) wordt positief of negatief versterkt door aanwezigheid of gebrek aan de kwaliteiten impulsie en rechtheid. Een voorbeeld van laatste donderdag: Ik reed op mijn Arabier en hij zocht een zekere strekking maar bleef vasthouden in de rechterkaak wanneer ik op de rechtercirkel stapte (ook daar zoek ik strekking). Wat ik deed is a) ik verhoogde de impulsie (engageerde het rechter achterbeen meer) tot een goede beweging merkbaar was in de achterhand en de romp. Niettemin zette dat zich nog niet door tot in de kaak. Daar ik eenhandig reed (met contact!), kon ik de rijzweep vrijelijk bewegen (waarop hij is geconditionereerd te wijken) en door die richting de rechterschouder te bewegen (waar hij op aan het vallen was) vervolledigde hij de buiging. Met deze beweging strekte hij zich automatisch voorwaarts.

Met betrekking tot takt vind ik het concept volledig misplaats in de Skala, zeker in de interpretatie als een hierarchische reeks aan kwaliteiten. Takt definieer ik als de zuiverheid van de gangen, dat is a) een stabiel rhytme in ieder been, b) een correcte opvolging tussen de benen afhankelijk van de gang, c) een correcte positionering van ieder been afhankelijk van de bewegingsrichting en de graad van verzameling. Takt als kwaliteit kan bijgevolg onmogelijk de eerste kwaliteit zijn. Hoe werk je aan die zuiverheden? Laat staan hoe zijn ze ook maar te bevorderen zonder ontspanning, of zonder impulsie of rechtheid? Zoals je correct aanhaalt men haalt oorzaak en gevolg doorheen. Inderdaad we zijn immer attent op de takt, ook al in het begin van de training, maar als een kwaliteit is het één van de eindresultaten van alle andere kwaliteiten. Zelfs in het kader van een Skala zou Takt op de laatste plaats moeten staan of verklaard worden als een intrinsieke eigenschap van Durchgelassigkeit.

Zoals Podhajsky het stelde:

Citaat:
"Now as before, the purity of the paces and their development will take priority. The rider can improve the paces of his horse by correct physical training, which will be the best proof of the standard of his work. On the other hand, the paces that nature has given to the horse will deteriorate under unintelligent riding and be proof of a poor standard. For this reason, even in this last phase of training the greatest importance is paid to the development of the paces.
(Podhajsky, op. cit., p. 163")


Niettemin staat het op de eerste plaats en tot wat leidt dit: wederom heb ik vandaag in de buitenpiste van een naburige pensionstal mogen aanschouwen hoe men het paard eindeloos in galop cirkels stuurde zonder ook maar één echte voorwaarts neerwaarts of ook maar enige aandacht voor ontspanning. Het ging hier over een privé rijles en ik vraag mij dan af vanwaar dat deze gediplomeerde rij instructrice haar idee toch zou halen (dit is een retorische vraag, voor de slechte verstaanders :))?

Zoals je terecht stelt: we hebben wat ruimdenkendheid nodig (maar of die er is, daar begin ik voor te vrezen wanneer ik diverse discussies lees). Niettemin, nogmaals bedankt voor jouw leerrijke post, laat er nog maar van dat soort komen.

ART_UMA

Berichten: 2112
Geregistreerd: 20-09-03
Woonplaats: Delft

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 21:47

XavierB schreef:
Het enige wat ik wel wat mis, is meer aandacht voor het fysieke aspect. Zo spreekt hij over 'self-carriage' in de derde fase, maar echte self-carriage kan onmogelijk voor straightness komen (wat ik definieer als de correcte verdeling van het gewicht over de vier kwartieren). Overigens zie ik moeilijk in hoe zonder het 'contact' via bit, teugel, been, zithulpen de oefeningen om deze rechtheid te bestendigen (zoals schouder binnen of travers) kunnen gecommuniceerd worden.
Het fysieke aspect in de zin van bespiering, conditie etc staat wat mij betreft een beetje los van het scala. Er zijn tal van zaken van belang bij het goed houden van een paard, maar niet alles valt onder het scala (springen, buiten rijden, voeding etc). Middels trainen is er ook resultaat in het fysieke, maar is net als verzameling oid iets dat op een gegeven moment steeds duidelijker zichtbaar word.

Self Carriage (zelf houding) is niet gelijk verzameling, maar meer het vermogen om zelf als paard de houding, oefening vol te houden. Een belangrijk aspect / misschien zelfs fundament bij mcLean is het principe van pressure / release. In de release is het de bedoeling dat het paard zelf, zonder extra hulpen door gaat met z'n taak / oefening. Je hoort ook wel eens de term "wachten" als een paard meedenkt en 'alvast' met een volgende stap gaat beginnen. Carl Hester heeft daar een mooi voorbeeld van voor hoeken rijden: waarom loopt hij niet in de muur als jij als ruiter de hoek niet rijd? (vrije vertaling)

Contact lijkt me een beetje het vergaar punt van overblijvende zaken, welke nog een beter plekje zouden moeten krijgen. Als je voor Contact de tussen haakjes staande tekst gebruikt welke nauw samenhangen: impuls t/m verzameling, dan past het beter.
Contact in de zin van je zit er op en gebruikt handen en benen etc lijkt me evident dat dit er vanaf het begin is. Het artikel is in basis opgezet voor objectiever jureren en ik kan mij voorstellen dat die denk trand hier zichtbaar is.
XavierB schreef:
Met betrekking tot takt vind ik het concept volledig misplaats in de Skala, zeker in de interpretatie als een hierarchische reeks aan kwaliteiten. Takt definieer ik als de zuiverheid van de gangen, dat is a) een stabiel rhytme in ieder been, b) een correcte opvolging tussen de benen afhankelijk van de gang, c) een correcte positionering van ieder been afhankelijk van de bewegingsrichting en de graad van verzameling. Takt als kwaliteit kan bijgevolg onmogelijk de eerste kwaliteit zijn. Hoe werk je aan die zuiverheden? Laat staan hoe zijn ze ook maar te bevorderen zonder ontspanning, of zonder impulsie of rechtheid? Zoals je correct aanhaalt men haalt oorzaak en gevolg doorheen. Inderdaad we zijn immer attent op de takt, ook al in het begin van de training, maar als een kwaliteit is het één van de eindresultaten van alle andere kwaliteiten. Zelfs in het kader van een Skala zou Takt op de laatste plaats moeten staan of verklaard worden als een intrinsieke eigenschap van Durchgelassigkeit.
Hier helpt het misschien om het om te keren, het ontbreken van takt, nl takt fouten, zijn zaken welke altijd en dus ook in de eerste basis van fundamenteel belang zijn. Als er geen sprake is van takt fouten, maar ook nog niet een 'zuivere takt' is bereikt (misschien wel de holy grail en nooit echt haalbaar), dan kun je die proberen te verbeteren en komt rechtrichten etc naar voren. Als je takt als een basis stap ziet, dan betekend dat wat mij betreft dat het ook in de rest van de stappen meeloopt. Dat is wat me aan Aken zo op viel, zoveel takt fouten in de zin van zuivere takt, en bij Totilas zelfs nog een paar stappen erger, zouden zwaar bestraft moeten worden.

Arabesk

Berichten: 28675
Geregistreerd: 19-03-04
Woonplaats: Aan de dijk tussen Hoorn en Enkhuizen

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-15 21:52

He een topic met een degelijk onderbouwd verhaal in goed Nederlands en meer dan 140 tekens. Alleen al daarom de moeite waard om te lezen. Ik ga er even voor zitten. Interessante discussie!
Laatst bijgewerkt door Arabesk op 06-09-15 22:12, in het totaal 1 keer bewerkt

XavierB

Berichten: 228
Geregistreerd: 11-04-14
Woonplaats: Gent

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 06-09-15 22:03

neen met fysieke aspecten doel ik op rechtheid, impuls, schwung (voor mij iets anders dan impuls), verzameling, kadans, enz.
Hoewel voor mij communicatie evenzeer centraal staat, ben ik er ook van overtuigd dat van zodra we plaatsnemen op de rug van het paard, omwille van de impact die we hebben, onmogelijk dit niet kunne behandelen. Een paard dient bijvoorbeeld alvast op minieme wijze over de rug te lopen, daar kan je niet mee wachten tot je bij Rythm bent aangekomen. Zo een zaken behoeven aandacht van zodra de eerste paar ritten erop zitten en het paard een eerste basisvertrouwen in de situatie heeft gevonden. Niettemin dient dat steeds gepaard te gaan met het ontwikkelen van communicatie. Net zoals voor McLean blijft dat voor mij een eeuwig en altijd durend aandachtspunt (via conditioneren met aversieve stimuli: pressure and release met andere woorden). Een belangrijk aspect ter zake (waarvan ik vind dat dit eigenlijk intrinsiek in een trainingsschema moet zitten) is het grondwerk.

Ik weet dat McLean daarop doelt met self-carriage, maar het is een ongelukkig gekozen term. Dit zal men in de dressuurwereld in de eigen betekenis interpreteren en op basis daarvan McLean bekritiseren.

Absoluut mee eens dat takt een goede indicator is (net omdat zij het gevolg is, niet de oorsprong van de fysieke kwaliteiten). Het is echter daarom nog niet noodzakelijk een goede indicator voor de communicatieve vaardigheden van het paard (dat kan echter op andere wijzen worden getest: tensiometers, een onbekende proef, ...)

Airnt

Berichten: 722
Geregistreerd: 30-05-05
Woonplaats: Gerstungen OT Lauchröden

Link naar dit bericht Geplaatst: 28-10-15 20:56

xavier,


Hulde voor een mooie openingspost
hulde voor het indentificeren van dogmatisch arguenteren
hulde voor het ontkrachten van de claim van sommigen dat hun heilig huisje 'logisch' zou zijn
hulde dat het historische (meestal eerste) argument voor het scala ontkracht wordt.

-voorwaarts neerwaarts heb ik tot steinbrecht niet echt kunnen ontdekken en zelfs daar maar in HEEL beperkte mate van neerwaarts.vele handleidingen spreken zelfs over een minimale hoogte van de neus van het paard boven de hoogte van de croupe! heel expliciet zelfs!
waarom is dit nu zo'n heilig huisje?

ik heb er allemaal niet heel veel aan toe te voegen, omdat je het zo compleet beschrijft. ik kan je posts niet liken dus schijf ik maar een post die die functie vervuld.

XavierB

Berichten: 228
Geregistreerd: 11-04-14
Woonplaats: Gent

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 09-01-16 04:47

Beste Arne,

mijn excuses voor het late antwoord, maar ik heb in de voorbije weken weinig tijd gehad omwille van professionele redenen en de effectieve training van de paarden komt steeds op de eerste plaats ;).

Met betrekking tot de term 'voorwaarts-neerwaarts' heb je natuurlijk absoluut gelijk. Die term zal je als dusdanig overigens ook niet in Steinbrecht terugvinden, maar, voor zover ik kan nagaan, enkel in de Richtlinien (ik vermoed zelfs dat de term nog niet in de hdf12 wordt gebruikt, maar dat moet ik nog eens nagaan).

Het concept van een een strekking in de zin dat Steinbrecht het beschrijft vind je ook in andere tradities terug. In de Franse school spreekt men van extensions, een term die ook Nuno Oliveira overnam. Maar het idee gaat overigens verder terug. De la Guerinière, die feitelijk weinig te zeggen heeft over de meest basisopleiding van een paard, merkt bijvoorbeeld op dat het paard gaillard et etentdu moet draven (even een zijnoot, een interessante term trouwens: gaillard, daar die al voorkomt in de Franse vertaling van Grisone door Perrier). De term etendu wijst ontegensprekelijk op een strekking in het lichaam (men zou kunnen vermoeden dat het hier om gestrekte gangen gaan, maar die werden niet beschouwd als degelijke gangen in de tijd van de la Guerinière en worden daarom niet behandeld in de Ecole de Cavalarie).

Indien ik mij niet vergis maakt Ridinger gelijkaardige commentaren wanneer hij de voorwaarden voor het starten van de methode van Cavendish bespreekt (maar daar heb jij een grotere expertise in).

Wat moet deze extension nu precies zijn? Wel volgens mij hangt dat steeds af van het paard waarmee je werkt. In die zin denk ik dat het stofzuiger ideaal dat je vaak in FN kringen (of afgeleide methodes) hoort circuleren als de enige correcte manier wederom getuigd van het te strikte formalisme dat de Richtlinien vaakt typeert. In realiteit gaat het volgens mij steeds om het onderliggende doel van mentale en fysieke ontspanning dan het bestendigen van één uniform beeld.

Misschien een aantal voorbeelden:

1. Quarter type: Quarter horses (maar bijvoorbeeld ook Spaanse mustangs) worden vaak gezegd om zeer berijdbare paarden te zijn en dat zijn ze ook. Zij hebben immers 1) laag ingeplante nekken, 2) getilde heupen, 3) korte ruggen. Daarom kunnen quarter horses reeds veel sneller de effecten van een ruiter compenseren en hebben zij een achterhand (met getilde heupen) die veel gemakkelijker een rol kan spelen in het bollen van de rug. Hoewel vaqueros en buckarrroos wel degelijk veel aandacht geven aan soft feel en horizontale buiging, is er beduidend minder aandacht voor de strekking van het paard. De reden daarvoor moet je dan ook zoeken in het soort paarden dat zij typisch gebruiken (waarmee ik niet zeg dat zij geen strekking in hun paarden zoeken, enkel maar dat deze strekking veel sneller zal worden gevonden door het paard).

2. Barok type paarden: Ook hier zal de nadruk veel sneller liggen op de achterhand die omwille van de sterk gekantelde heup sneller de glossa spieren zal aanwenden tot het bollen van de rug. Bij deze paarden is initieel een strekking nodig, maar in principe is een stofzuiger methode hier niet aan de orde. Wat zelfs meer is, de hoge inplanting van de nek bij deze paarden zal in het 'stofzuiger model' de takt dermate verstoren dat die de beoogde losgelatenheid eerder zal gaan tegenwerken. Een initiële strekking van de hals en een snelle focus op de goede ontwikkeling van de achterhand is bij deze paarden een betere optie (dit is ook wat je in vele werken van de traditionele dressuur terugvindt, aangezien vooral dit type paarden werden beschouwd).

3. arabieren: arabieren zijn contradictorisch. Enerzijds hebben zij korte ruggen, die een dragende functie vergemakkelijken, maar anderzijds hebben zij zeer rechte heupen (en zijn daarom zeer moeilijk te verzamelen) en hoog ingeplante hoofden. Het aanleren van een strekking is bij deze paarden dus zeker aan de orde, maar het stofzuigermodel zal hun heel merkbaar hun evenwicht doen verliezen (in dit geval spreek ik uit ervaring). Wat je bij deze paarden vooral moet stimuleren is een goede impuls die een strekking van het lichaam zal bewerkstelligen.

4. warmbloed type: deze paarden zijn vaak het moeilijkst. Waarom? Zeer simpel warmbloeden en Engelse volbloeden zijn gekweekt voor snelheid, wat intrinsiek wil zeggen dat zij langere ruggen en langere benen hebben. De heup van deze paarden is daardoor ook heel wat rechter vergeleken met quarter horses en zeker met barok type paarden (maar niet zo extreem als bij arabieren). Bijgevolg zal een initiële draagcapaciteit van de rug in eerste instantie van de strekking van de nek moeten komen (wat wellicht de reden is dat Steinbrecht dit sterker benadrukte in zijn werk). Of het stofzuiger model steeds noodzakelijk is, durf ik te betwijfelen, maar in sommige gevallen wel. Lais, mijn warmbloedpaard (dat verschrikkelijk is gereden in haar jumpingverleden als zeer jong paard) heeft een volledig vastgezette rug. Bij haar was het effectief noodzakelijk om haar hoofd initieel diep te laten zakken, zodat ze eindelijk begon los te laten doorheen haar ganse lichaam. Het nadeel was uiteraard dat ze daardoor sterk op de voorhand viel. Bijgevolg moest ze in tweede fase dan ook meer gaan zoeken naar een normale horizontale strekking, terwijl haar nekspieren beter werden ontwikkeld om dezelfde bolling in stand te houden.

Deze vier casussen tonen schijnbaar vier totaal verschillende methodes (die echter alle vier in lijn zijn met traditionele principes van de paardenkunst) maar waarin steeds dezelfde onderliggende kwaliteit wordt bewerkstelligd. Welke je gebruikt hangt af van je 'feel', dat is de correcte perceptie van de mentale en fysieke staat van je paard. In die zin heb je hier een mooi voorbeeld van hoe een rigide uniforme methode je slechts in één van deze gevallen (en dan nog) soelaas zal bieden, maar hoe een variabele organische methode met een focus op onderliggende kwaliteiten je in alle gevallen tot de meest optimale oplossing kan brengen. In die zin is het gebruik van termen zoals 'gaillard et etendu' (en wederom let op de eerste term) vaak veel meer betekenisvol dan de concrete plaatjes die worden nagestreefd op dressuurcompetities. Het moet gezegd zijn, hij wist zijn woorden wel te kiezen die Robichon.

Anoniem

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-05-16 11:32

Simpelman schreef:
Dûrchlassigheit is datgene wat we bereiken wanneer alle punten uit het Scala bevestigd zijn en dus ineen vloeien, het is niet hetzelfde als losgelatenheid.
Logelatenheid is een geestelijke staat die zich uit in een lichamelijke.
Losgelatenheid ontstaat vanuit vertrouwen, de eerste fase van de omgang die gewoonlijk overgeslagen wodrt.


ben het met u eens overigens

maar

kijk even naar de film van Jung, winnaar Kentucky 2106 waartoe een paard in staat is als hij volledig zijn weg kan en mag gaan, dankzij een zeer goed rijdende Jung, los en voorwaarts, staat op bokt.

elke discussie verder overbodig

mce

Simpelman
Berichten: 4155
Geregistreerd: 24-03-13

Link naar dit bericht Geplaatst: 03-05-16 13:06

Mooi, bedankt.
Het geeft moed. ;)