Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne
Lenneke_ schreef:Trainen met de hartslagmeter
‘Train slimmer, niet harder’ is het motto van Cees van Beckhoven van ‘Heart for horses’ en vader van Nederlands kampioen enkelspan pony’s Dirk van Beckhoven.
“Het gebruik van een hartslagmeter is een hulpmiddel bij ons streven paarden optimaal te managen”, verteld hij. “In de eerste plaats denk ik daarbij aan het welzijn. Daarnaast train je gericht, waardoor je de prestaties verhoogd.” Het belangrijkste ingrediënt van elk trainingsprogramma is de mate van inspanning. Te lang en te had trainen is een uitnodiging voor blessures en oververmoeidheid. Trainen met een te lage inspanning heeft weinig effect. Hartslagmeting is de graadmeter voor efficiënt en verantwoord trainen.
“Door de hartslag van een paard te monitoren tijdens de training krijg je een idee van de conditie en de hersteltijd”, legt fysioloog dr. Eric van Breda uit. “Tijdens de training pompt het hart bloed van de longen, waar het zuurstof opneemt, naar de spieren, waar de zuurstof als brandstof gebruikt wordt. Hoe zwaarder de training, des te meer brandstof de spieren nodig hebben en hoe harder het hart moet werken om zuurstofrijk bloed ronde te pompen. Is je paard in goede conditie, dan kan zijn hart elke harstalg meer bloed rondpompen. Het hart hoeft dan minder slagen te maken. Hoe minder slagen het hart hoeft te maken, hoe langer het meegaat.
Overigens is het niet zo, dat de hartslag in rust daalt wanneer de conditie stijgt. Bij mensen werkt dit zo, bij paarden niet. In de top van iedere discipline is steeds meer en betere training nodig om het paardenlichaam aan de eisen van het steeds zwaarder wordende proeven te laten voldoen.
Elektronische hartslagmeter
Vroeger mat men de hartslag van een paard met een stethoscoop of met de vingertoppen aan de kaakslagader. Onpraktisch en vaak niet accuraat. Bovendien was het meten van de hartslag tijdens de training onmogelijk. Tegenwoordig loop je voor de helft van de prijs van een goede stethoscoop een elektronische hartslagmeter. “het principe van deze elektronische hartslagmeter is simpel”, legt van Beckhoven uit. “Het paard draag een transmissieriem, de trainer of ruiter draagt een ontvanger om de pols. Wanneer de training begint, schiet de hartslag omhoog
De transmissieriem neemt de elektrocardiogram (ECG) waar en stuurt een signaal naar de polsontvanger, waarop de hartslaggegevens verschijnen. “Zelf met de hartslagmeting aan de gang gaan is mogelijk, maar een trainingsprogramma samenstellen op basis van hartslagmeting kan beter gebeuren onder begeleiding. “Allereerst schatten we de maximale hartslag van een paard. Vervolgens wordt getraind op een bepaald percentage van deze hartfrequentie”, verteld van Brad.
“Hierdoor werk je heel gericht aan de prestaties en conditie van je paard. De maximale hartslag is overigens bij een paard niet nauwkeurig vast te stellen. Beter is het met behulp van een melkzuurcurven het punt waarop het lichaam het moeilijk krijgt vast te stellen. Vervolgens trainen we rondom dit punt op basis van de hartfrequentie die daarbij hoort”.
De maximale hartslag verschild per ras. Bij warmbloeden ligt dit punt rond de 220, terwijl de maximale hartslag bij volbloeden op kan lopen tot 250 slagen per minuut. “De hoogte van de hartslag verschild sterk per paard”, weet van Breda. “Voor hartslagmeting bij paarden werken we dus niet met standaardwaarden, maar bekijken we elk paard afzonderlijk. In stap varieert de hartslag tussen de 40 en 75, in draf is die 75 tot 125 en tijdens galop kan de hartslag tot boven de 180 komen.”
Intervaltraining
Een belangrijke waarde is de herstelperiode. Hoe lang doet een paard erover om zijn hartslag weer onder de 80 te krijgen als je gaat stappen. Bij intervaltraining kont dit duidelijk naar voren.
Vaak gebruikt men tussen twee intervallen herstelperiodes van drie tot vijf minuten. Daarbij is maatstaf dat de hartslag aan het eind van de herstelperiode tot onder de 80 slagen per minuut moet zijn. Is dit niet het geval, dan betekend het dat de training te zwaar is of je paard langer moet herstellen. “Zo mat ik eens de hartslag van een springpaard bij een intervaltraining,”verteld van Breda. “De herstelperiode werd na verloop van tijd steeds korter. Dit betekend dat de spieren efficiënter waren geworden en de conditie verbeterd.”
Over de betrouwbaarheid van de hartslagmeter zijn zowel Cees als Eric het eens. “Heel betrouwbaar,”meent Cees. “Waar je wel rekening me moet houden zijn factoren als luchtvochtigheid, bodem en spanning. Je ziet soms zelfs dat de hartslag van een paard stijgt wanneer de ruiter nerveus wordt.”Training op basisi van hartslagmeting wordt vooralsnog veel gebruik in de eventing- en endurancesport, maar ook in de men-, spring- en dressuursport is de hartslagmeter in opkomst.
“Verder vind ik dat iedere paardenhouder de basiswaarden van zijn aard moet kennen”, zegt van Beckhoven.
“De rusthartslag van een paard varieert van 25 tot 40”, vult van Breda aan. “Stress, pijn en ziekte kunnen de hartslag verhogen.
Hartslagmeting is een uitstekende manier om je paard te leren kennen. Wanneer de hartslag dagelijks op 28 meet, weetje dat er iets mis is wanneer de meter op een op 50 staat. Een kwestie van ‘ken uw paard’.”
Melkzuur- en hartfrequentiecurve om het omslagpunt waarop het lichaam het zwaar krijgt te bepalen.
Met behulp van een rekenprogramma wordt het omslagpunt berekend. Hier hoort een hartslagfrequentie bij, waar de training vervolgens op wordt afgestemd. Omdat e training het omslagpunt kan veranderen wordt deze test minimaal twee tot drie maal per jaar afgenomen.
http://www.heartforhorses.nl
scoxxx schreef:De aangegeven hartslagwaarden zijn gebaseerd op de waarden van mijn paardje Cenny, dewelke een maximale BPM heeft van 211 en een aërobe/anaërobe drempel van 175.
Warming-up: het doel van de warming-up is niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke voorbereiding voor beiden natuurlijk . De lichaamstemperatuur en met name die van de spieren worden verhoogd. Hierdoor worden allerlei betrokken processen in het paardenlijf, efficiënter verlopen en dus rendement training hoger. Plus natuurlijk kans op blessure’s duidelijk verlagen.
Hoe = 10 tot 20 minuten stappen om voorts 10 minuutjes rustig drafje (iniminie versnellinkjes). Je kan ook denken aan wat losmakende oefeningen zoals laag hoofd en nageeflijk (Anky van Grunsven-methode). Door deze laag en nageeflijk wordt paard ook een stuk rustiger in zijn hoofd en daarbij is het een goede “discipline”- oefening.
Duur = afhankelijk van de soort training daaropvolgend. Bij een rustige duurloop is heel langzaam starten voldoende. Als voorbereiding op een intervaltraining moet je 15 minuten uittrekken (je gaat immers zwaar werken boven de aërobe/anaërobe drempel bij intervaltraining).
Bij koud weer ook meer tijd voor een warming-up.
A.) Duurlooptraining
Bij duurlooptraining wordt er gelopen in eenzelfde tempo, dus zonder onderbrekingen en tempowisslingen
Bij vermelde hartslagen gelden voor een anaërobe drempel van BPM 175. En de daarbij behorende aërobe hartslag van BPM 131 (75% van 175).
Onderverdeling:
- tempo 1 Lange Rustige Duurloop:
heel rustig (75%) en rustig (80%) Hartslag 131-145
Duur = 01.00 tot 03.00 uur
Aeroob
Bevordert een efficiënter verloop van de koolhydraat-en vetstofwisseling, hormoon en enzymenwerking. Toename van fijne haarvaten in de vooral langzamere spiervezels kapillarisering. Vergroting van het hartvolume. Door de training van de vetstofwisseling zal het lichaam eerder en ook bij hogere snelheid keizen voor vetverbranding dus besparing koolhydraten tijdens wedstrijden
tempo 1 De Extra Lange Duurloop
Bovenstaand en bovendien toename glycogeen voorraad door supercompensatie
tempo 1 Hersteltraining
versnelde afvoer van afvalstoffen. Heeft echter geen opbouwend effect
Dus accent/verbetering van:
1. aëroob uithoudingsvermogen
2. zuurstofopname in spieren
3. hartvolume
4. stimulering vetverbranding
5. water-, warmte-, en elektrolytenhuishouding
- tempo 2 Gemiddelde Duurloop:
gemiddeld (85%) en wat harder (90%) Hartslag 145-155
Duur = 0.15 tot 0.45 uur
Aerobe vermogen nog meer verbeteren zo ook hart/longen/bloedcirculatie, de energieomzetting van de koolhydraten naar de spieren en uiteraard alles wat in tempo 1 staat, maar dan weer een stapje verder.
- tempo 3 Intensieve Duurloop:
marathontempo (93%) en hard (95%) Hartslag 160-165
Duur = 0.15 tot 01.00 uur
Hier zoeken we het grensgebied van de aëroob/anaëroob drempel. Deze duurlopen verbeteren het aërobe vermogen en de aëroob/anaëroob gemengde systemen. De snelle duurlopen verbeteren in sterke mate de hoogte waarmee we van de maximale zuurstofopname gebruik kunnen maken. Dus:
1. verhoging anaërobe drempel
2. verhoging van de maximale zuurstofopname
3. aëroob uithoudingsvermogen
4.training koolhydraat- en vetstofwisseling
5. hartfunctie
6. toename glycogeen-voorraad (minder rap op bij/door prestatie)
A.) Intervaltraining
Train je dus in anaëroob gebied, te weten 175 BPM en hoger en zit je paard in zijn verzuring!
B.) Tempoduurtraining
Deze zware trainingsvorm bestaat uit lange stukken gegallopeerd met hoge snelheid en beperkt aantal herhalingen (1 tot 3)
De pauze duurt lang (tot max. 20 min), zodat er bijna volledig herstel plaatsvindt
De lange stukken gegalloppeerd is 3 tot 5 km met hartslag 160-185, met een duur van 10 tot 30 minuten.
De effecten zijn eender aan die van de duurlopen in tempo 3. Je traint extra de toename van de maximale zuurstofopname en de wedstrijdhardheid.
C.) Fartlek training = Duintraining
Ookwel vaartspel genoemd. Er wordt gereden met wisselende snelheden. Niet gebonden aan een vooraf bepaald plan: er wordt gereden naar het vermogen van dat moment en waar je zin in hebt .Door de variatie in deze trainingsvorm worden er verschillende energiesystemen en spiergroepen getraind. Door in de duinen te trainen worden deze tempowisselingen automatisch bereikt.
Effecten = betere aërobe uithoudingsvermogen, verbetering energieomschakeling en verhoging van de maximale zuurstofopname
D.) Heuveltraining
Heuvel, dijk of viaduct.
Heuveltraining niet het hele jaar: zo’n 6 tot 8 weken in het algemene de voorbereidingsperiode.
Bovenaan de heuvel ffkes actieve rust in de vorm van stappen/ joggen. Heuvel naar beneden weer wat sneller (indien veilig). Dit is goed voor de coördinatie van 4 benen.
E.) Hersteltraining
Heeft geen opbouwend effect, maar versnelt herstel. Er wordt gelopen in een zeer laag tempo. Hierbij is de hartslag maximaal 75% van de anaërobe drempel (bij mijn paardje Cenny is deze 175. Maximale hartslag overigens 211). Dat betekent voor mij en Cenny dus niet boven 131 BPM.
Duur = maximaal 1 uur.
Effecten = geen opbouwend effect maar het grote voordeel is dat er eerder met de volgende training kan worden begonnen, die dan wel een trainingseffect/prikkel geeft.
Door de rustige hersteltraining gaan ook de kleinste bloedvaatjes in de spieren gemakkelijker zuurstof en koolhydraten en vetten opnemen en afvalstoffen afvoeren.
Als de training goed is uitgevoerd, voelt je paardje direct na afloop al beter!!!
Cooling-down:
Doel = na afloop training om de lichaamstemperatuur weer te laten zakken en om de afvalstoffen beter af te voeren. Paard zal bij een goede cooling-down ook sneller herstellen van alle inspanningen. Ook worden de loopspieren weer op lengte gebracht.
Hoe = hetzelfde als warming-up, maar dan andersom.. Beginnend met hele kleine/langzame/laag tempo (RUSTIGE!) versnellinkjes en voorts lekker uit te stappen wellicht ook met hoofd laag en aan de teugel = bovenlijn (rug van het paard) ietwat laten strekken.
Duur = netals warming-up afhankelijk van de voorgaande training. 10 tot 15 minuten. Niet te lang zo’n cooling-down.