Algemeen
Dit paard is 25 jaar. Foto: Banjer.
Oudere paarden zijn vaak van onschatbare waarde, niet alleen wat emotie betreft, maar ze bieden ook veel betrouwbaarheid. Ze zullen er immers niet zo snel vandoor vliegen in een manegeles bijvoorbeeld, zoals jonge paarden dat doen. Echter vragen ze soms wel om wat aangepaste zorg.
Logischerwijs is het belangrijk dat oudere paarden, net als oudere mensen, in beweging blijven. Daarbij is de juiste voeding ook belangrijk. Vaak verliezen oudere paarden gewicht omdat ze bepaald eten niet goed kunnen kauwen en verteren. Het is daarom van belang om in kaart te brengen hoeveel beweging, voeding en supplementen je paard nodig heeft.
Wat is een oud paard?
Maar wanneer is een paard eigenlijk ‘oud’? Afhankelijk van het ras, heeft elk paard een bepaalde levensverwachting, zo kunnen paarden gemiddeld 25 tot 30 jaar oud worden, maar de kleinere varianten zoals Shetlanders kunnen wel de 40 bereiken. Naast de leeftijd is het ook belangrijk om te kijken naar de geschiedenis van het paard. Is het paard heel intensief gebruikt, heeft hij ziektes of blessures gehad en hoe is de genezing hiervan verlopen? De combinatie van leeftijd en levensgeschiedenis bepaalt of je paard ‘oud’ is.
De volgende kenmerken kunnen aangeven dat hij als senior kan worden gezien: gebitsproblemen, gewichtsverlies, gewrichtsproblemen, huid- en vachtproblemen, oogaandoeningen en verminderde energie. Gemiddeld zou je kunnen zeggen dat paarden vanaf ongeveer 15 jaar als oud gezien kunnen worden, dit betekent echter niet dat alle paarden vanaf die leeftijd met pensioen moeten, maar hoge sportprestaties zou je in veel gevallen niet meer van ze moeten verwachten.
Voeding
De volgende vraag is: wat is er nodig om een oud paard gezond te houden? Dat begint met gezonde voeding. Om te weten wat hij precies binnen moet krijgen is het goed om een voedingsanalyse te maken. 70 tot 99% van de voeding bestaat uit ruwvoer, daarom is het belangrijk dat oudere paarden dit zo lang mogelijk kunnen blijven eten. Daarnaast bevat vers gras een hoge concentratie aan eiwitten en is een goede energiebron. Laat een ouder paard dus zoveel mogelijk buiten lopen. Het kan ook geen kwaad om het gebit goed te onderhouden. Jaarlijks een controle door de paardentandarts kan problemen voorkomen. Krijgt je paard op latere leeftijd toch gebitsproblemen, dan is een vervangend voedingsmiddel nodig. Met name het ruwvoer moet dan vervangen worden. Hiervoor zijn zogeheten ruwvoervervangers, zoals luzerne, een hooibrok of geweekte pulp geschikt. Ook kan je het voer nat maken waardoor het gemakkelijker naar binnen gaat. Daarom is slobber ook een goede optie.
De hoeveelheid eiwitten, vitaminen, mineralen en sporenelementen in het ruwvoer is belangrijk om te bepalen of er eventueel een aanvulling met supplementen nodig is.
Supplementen
Naast gebitsproblemen hebben oudere paarden ook een verminderde spijsvertering. De opname van eiwitten, kalk, fosfor en sommigen vitamines B en K gaan hierdoor moeilijker. Nu zijn deze stoffen juist heel belangrijk voor het behoud van sterke botten en de spieren. Een aanvulling van de juiste vitaminen en mineralen is daarom zeker aan te raden. Oude paarden hebben mineralen zoals calcium, fosfor en magnesium nodig voor het onderhoud van sterke botten en spieren, wat je extra kunt bijgeven in een supplement. Vitamine C maken paarden eigenlijk zelf aan, maar ook dit proces gaat op latere leeftijd minder goed. Een combinatie van vitamine B, K en C is een goede optie. Omdat oudere paarden een verminderde spijsvertering hebben kan het ook helpen om kruiden te voeren die de spijsvertering stimuleren. Voorbeelden hiervan zijn appelazijn, fenegriek, paardenbloem, brandnetel, zeewier of tijm. Ook zijn het vaak de gewrichten die iets minder soepel zijn. Om deze soepel te houden kan je een supplement overwegen die de smering van de gewrichten stimuleert.
Beweging
Zoals ook voor oudere mensen, is beweging heel belangrijk voor oude paarden. Natuurlijk kunnen zij minder intensief trainen. Maar regelmatige beweging is zeker van belang. Hoe langer een oud paard stilstaat, hoe sneller hij achteruitgaat. Daarnaast zal het ook langer duren om zijn conditie weer op te bouwen, en dit moet in kleine stapjes gebeuren. Beweging houdt bovendien de bloedsomloop op gang en het houdt de spieren en gewrichten soepel.
Doordat je paard ouder is heeft hij wel een goede warming-up en cooling-down nodig. Twee rondjes stappen en wegrijden is dan ook niet verstandig. Daarnaast heeft je paard meer tijd nodig om te herstellen na een training. Door dit om en om te doen blijft je paard soepel en actief. De duur van de trainingen kun je geleidelijk uitbreiden, als dat gewenst is. En op de rustdagen is het alsnog goed om je paard buiten in de weide te laten zodat hij zelf kan bewegen. Bij oudere paarden moet je er ook rekening mee houden dat ze het sneller koud kunnen krijgen. Neem dit in je achterhoofd mee bij wisselende temperaturen en houd goed in de gaten of de oren koud zijn of dat ze staan te rillen.
![[ img ]](https://live.staticflickr.com/65535/51726917661_3f047c8455_c.jpg){kind=link}