Moderators: C_arola, Coby, Nicole288, Dyonne
Rindin schreef:De buikspieren maken onderdeel uit van de onderlijn die altijd in z'n geheel aan het werk zal moeten om optimaal te kunnen functioneren en daarmee de rug te kunnen dragen.
Onderlijn begint bij de CWK en eindigt op de dorsale zijde van de achterhoef. Optimale aanspanning van de onderlijn is een hoofdhalshouding waarin het paard achter de hand aan zakt, daarmee ruimte in het voorbeen neemt, opbolt in de bovenlijn, aanspant in de buikspieren en een actief ondertredend achterbeen heeft (hiermee kom je dus tot een punt dat de rug opbolt en het bekken achterover kantelt).
Ga je nog verder door in de ontwikkeling en richting verzamelen, dan komt het tempo terug en gaat het paard het gewicht maar het achterbeen verplaatsen, nog meer achterover in het bekken en opbollen in de rug, vanuit de schoft omhoog komen en daarmee automatisch 'van voren omhoog'.
MCE schreef:Rindin schreef:Prachtig als paardensport zo kan zijn, daar gaat de sport om. En idd, dát leer je niet uit een boekje.
Maar nogmaals, daar gaat dit topic niet over...
het gaat over de anatomische zin en onzin van de lengtebuiging
daar draait het in de sport om, maar als ik als ruiter/trainer/coach niet het echte ruitergevoel heb om het paard als atleet/sporter op te leiden, dan heb ik aan al die wetenschap niets, want een paard (als atleet en sporter) opleiden kost tijd en kennis en die haal ik niet uit een boekje als ik er niemand naast heb die het me kan uitleggen heb ik er ook niets aan, maar ik moet weten dat het ook per paard anders is geen enkel paard doet het precies volgens het boekje
lengtebuiging heeft alleen zin als het paard het zelf kan (langeribspier-/korteribspier ik lees er niets over terwijl zij ervoor zorgen dat de romp als een harmonica kan rekken en sluiten) heel belangrijk in het kunnen schakelen vanuit de achterhand
daarom is die proef van Andrew / Qwanza zo mooi om als - voor mij- lesmateriaal te gebruiken, het paard mag laten zien dat de buigingen nog niet overal bevestigt is maar het krijgt wel het respect van de ruiter om het verder te ontwikkelen,
fysiek en mentaal in balans groeien om tot een prestatie te komen, lengte buiging of niet het een kan gewoon niet zonder het ander, dus als alles in balans is heeft lengtebuiging pas nut/zin
u mag er anders over denken,
Rindin schreef:Rindin schreef:De buikspieren maken onderdeel uit van de onderlijn die altijd in z'n geheel aan het werk zal moeten om optimaal te kunnen functioneren en daarmee de rug te kunnen dragen.
Onderlijn begint bij de CWK en eindigt op de dorsale zijde van de achterhoef. Optimale aanspanning van de onderlijn is een hoofdhalshouding waarin het paard achter de hand aan zakt, daarmee ruimte in het voorbeen neemt, opbolt in de bovenlijn, aanspant in de buikspieren en een actief ondertredend achterbeen heeft (hiermee kom je dus tot een punt dat de rug opbolt en het bekken achterover kantelt).
Ga je nog verder door in de ontwikkeling en richting verzamelen, dan komt het tempo terug en gaat het paard het gewicht maar het achterbeen verplaatsen, nog meer achterover in het bekken en opbollen in de rug, vanuit de schoft omhoog komen en daarmee automatisch 'van voren omhoog'.
Ik quote mezelf nog maar even, want volgens mij is dit mijn antwoord op jouw vraag.
Om mijn verhaal te verduidelijken, zegt dit filmpje wat ik probeer uit te leggen:
https://vimeo.com/19771968?ref=fb-share&1
Askja schreef:Lijkt me een interessant boek.
Ik ben wel benieuwd of het wat beter onderbouwd is dan Dressuur onder vuur van Heuschmann, want dat vond ik persoonlijk vaak meer een pamflet tegen de ldr methode dan een gedegen uitleg over de biomechanische aspecten van dressuurmatige training. Op zich overigens goed dat Heuschmann in Dressuur onder vuur ldr ter discussie wilde stellen, maar dat aspect overheerst in het hele boek, hetgeen het wetenschappelijk gehalte niet ten goede komt.
Eens zien of deze nieuwe publicatie wat objectiever/wetenschappelijker van toon en benadering is.
XavierB schreef:Veel plezier ermee MCE
Askja schreef:Lengtebuiging is imo geen rekken of stretchen, maar correcte lateroflexie/rotatie van de wervelkolom. Dat is wel wat ingewikkelder dan dat de ene kant rekt en de andere kant buigt. Er komt ook een gefinetunede stabilisatie van de wervelkolom door de kleine spieren (multifidus) bij kijken.
Askja schreef:De vraag heeft lengtebuiging zin vind ik op zich wat vreemd. Je kunt niet functioneel paardrijden zonder lengtebuiging.
Een betere vraag is : wat is correcte lengtebuiging. Dan komen velen direct aan met soepel maken, stretchen etc. Dat is niet het fundament onder correcte lengtebuiging. Dat is de basisbalans van het paard. Gewicht gelijkmatig over vier benen kunnen verdelen met de wervelkolom als centrale as. Daartoe moet de ruiter tussen twee teugels en vanuit de zit de wervelkolom van het paard uitlijnen zodat de voorhand voor de achterhand komt. Dan worden de stabilisatiespieren van de wervelkolom geactiveerd.
Vervolgens op de volte hetzelfde: recht maken en houden tussen twee teugels en met zit en benen.
Is er sprake van een goede goede balans, dan kan de ruiter het paard rechtuit vragen wervel voor wervel richting vwnw/laag-rond af te wikkelen om te testen of het paard steeds los kan blijven laten met behoud van balans en rechtgerichtheid. Eerst alleen in stap. En altijd vanuit een actief achterover.
Gaat dat goed, dan ook op de volte stukje bij beetje afrollen en daarbij heel gedoseerd steeds een klein beetje meer stelling/buiging vragen, maar altijd met behoud van de horizontale en verticale balans.
Als het paard naar binnen of buiten hangt, is die balans verstoord en moet die eerst hersteld worden. Daarbij is de zit van de ruiter cruciaal (positionering van het bekken recht boven de wervelkolom van het paard).
Correcte lengtebuiging vindt plaats in de gehele wervelkolom, maar in het ruggedeelte vooral onder het zadel. Daarbij roteren de doornuitsteeksels van de borstwervels iets naar binnen, waardoor de romp ook iets roteert. Door die rotatie is de buiging in de ribben (die vouwen iets in) kleiner dan vaak gedacht wordt.
Gevaar van te veel focussen op inbuigen via de teugels bij een paard met onvoldoende basisbalans (en daardoor moeite met buigen, wat snel foutief wordt aangezien voor stijfheid) is dat het paard overmatig inbuigt in de halswervels en niet of verkeerd buigt in de borst- en lendewervels.
Bij correcte lengtebuiging werken de rugspieren gecoördineerd samen waarbij er sprake is van gefinetuned verlengen/verkorten van de lange rugspier en de spinalis, en van kleine stabiliserende ritmische samentrekkingen van de multifidus spier (een geheel van tussenwervelspiertjes die de buiging/rotatie per wervel regelen). Dat doet het paard zelf, door gedoseerd te aan- en ontspannen, op aangeven van de ruiter. Er wordt niks opgerekt, rekken veronderstelt nl. een tegenkracht die op de spier inwerkt, eraan trekt. Het gaat juist om ontspanning zodat de spier op lengte kan komen zonder uitgerekt te worden.
Dat lijkt muggenziften over terminologie, maar het is belangrijk dat de ruiter zich realiseert dat rijtechnisch buigen niks te maken heeft met actief stretchen zoals dat bekend is uit de humane sport. Uitgaan van dat laatste leidt er nl gemakkelijk toe dat de ruiter te sterk gaat inwerken met de hand om het paard maar alle kanten op te kunnen flexen zodat ie 'soepel' wordt.